OVER DE INFANTERIE-SCHIETOPLE1DING. Heb nieuwe voorschrift heeft veel veranderingen ten goede in de schietopleiding gebracht. Ontstaan in den drang naar alge- heele wijziging der militaire vorming en van de tactiek, meer in overeenstemming met volksaard en tijdgeest, en in verband met de invoering der nieuwste vuurwapenen, heeft ook dit voor schrift tal van bepalingen verworpen, die getuigden van verou derde opvattingen, die te theoretisch waren, te veel gebaseerd op vredestoestanden, te weinig rekening hielden met het feit, dat wij geen concours- maar oorlogsschutters moeten vormen. Dit laatste is echter een bijzonder moeilijke taak. De omstandigheden, die van den goeden vredesschutter een .zeer slecht schutter maken op het oorlogsveld, zijn niet kunst matig te scheppen, en de menschen te oefenen in gericht schieten onder deze omstandigheden is dus eene onmogelijkheid. In de „Militaire Gids" van dit jaar komt een opstel voor over „oorlogsschieten", waarin de schrijver nog eens door een lange reeks van voorbeelden aantoont, hoezeer het gemiddelde oorlogs- trefferprocent 1 op 1000 afwijkt van dat bij vredesoefenin- gen, terwijl hij daarna verklaart wat de reden hiervan is en •eene methode aan de hand geeft, die z. i. dit lage trefferprocent zal verheffen. Deze methode berust op het snel-coördinatie-vermogen van den mensch: het vermogen om door aanhoudende, langdurige oefe ning snel en juist eene samengestelde automatische beweging te verrichten, in dit geval den machinalen aanslag. Men geve daartoe den man in vredestijd eene zoodanige vaar digheid in den goeden aanslag, dat de aanslagbeweging grooten- deels, zoo niet geheel, wordt onttrokken aan den belemmerenden invloed van vermoeienis en zenuwen, d.i. van de zedelijke en lichamelijke terneerdrukking van den strijdenden man. Deskundigen erkennen hiervan de mogelijkheidmaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 263