884
moedelijk niet ver misschatten, door aan te nemen dat bij mobili
satie van de veldinfanteri e gerekend kan worden op 85% der inlan
ders, zoodat de verhouding nog dezelfde zou zijn als in 1877 werd
aangenomen. Doch ik vrees dat bij werkelijke mobilisatie het
resultaat bij zoogoed als alle veldbataljons zeer ver beneden een al
dus verkregen verwachting zou blijven. Er is daarbij toch niet
gerekend, dat er onder de beschikbaren zeer velen zullen zijn,
die bij mobilisatie al dadelijk moeten afvallen, als voorloopig
niet bestand tegen de vermoeienissen te velde? Ook is er geen
rekening mede gehouden dat van de veie geëmploieerden, die
in de sterkte der comp. mederekenen, meerderen bij een alge-
meene mobilisatie niet te vervangen zullen zijn en toch ook
niet gemist kunnen worden. Heel ver geloof ik dan ook niet
van de waarheid af te zijn met de veronderstelling, dat die
„thans geldende verliescijfers" alleen juist zijn voor de enkele
bataljons, welke met veel moeite compleet worden gehouden
met valiede manschappen. Onder de overige zoogenaamde veld
bataljons zullen er vermoedelijk meerdere zijn, welke bij mobili
satie nauwelijks 50 van de formatiesterkte onder de wapens
brengen.
Hierbij is dan nog niet eens rekening gehouden met de vele pas
afgeëxerceerde soldaten, die in de sterkte der veldinfanterie zijn
begrepen, doch daarom nog geen bruikbare veldsoldaten zijn, zelfs
niet als ze een stoomschietcursus hebben doorloopen. Hoezeer
dit geldt voor de inl. fuseliers is van algemeene bekendheid.
Eerst als het moet, bij een algemeene mobilisatie dus, zouden
deze zwakke broeders in het veld gebracht mogen worden en ook
dan nog alleen bij behoorlijke verdeeling over de verschillende
bataljons. Thans zijn er veldbataljons, welke bijna geheel uit der
gelijke in wording zijnde soldaten bestaan, o.a. het 16e, 17e en 19e.
Zoolang men dan ook niet besluiten kan tot een algeheele reor
ganisatie van ons hoofdwapen, waarbij naast een beperkt aan
tal veldbataljons een plaats wordt ingeruimd aan de noodige re
servebataljons, in normale tijden niet bestemd om te velde te
gaan, behoeft men zich waarlijk niet druk te maken met het
berekenen van de formatiesterkte uit de gewenschte mobilisa
tiesterkte, met behulp van verliescijfers van zeer betrekkelijke
waarde.