891
daarbij ongeveer de verhouding zal zijn tusschen het aantal
valieden en niet-valieden.
7o. Alle aanvragen om aanvulling zijn gebaseerd op de sterkte
present en absent op den len van de maand, met uitzondering
van die, betreffende korpsen welke zijn gelegerd in een gewest,
waar zich een deel der troepen te velde bevindt; deze zijn ge
baseerd op de sterkte present op den len van de maand.
80. Is de gevraagde aanvulling in zijn afdeeling of gewest
niet beschikbaar, dan wendt de afd. commandant of mil. comman
dant zich telegrafisch tot den commandant der naburige afdeeling.
Bovenstaande regeling vereischt geen toelichting. Wel dient
er echter op gewezen te worden, dat de m.i. noodzakelijke bepaling,
betreffende het aanvullen van de korpsen, gelegerd in gewesten
waar een deel der troepen actief optreedt, op de basis der sterkte
present, ten gevolge zal hebben, dat elders het aantal niet-beschik-
baren grooter wordt. Hieraan dient te gemoet gekomen te wor
den door de van deze korpsen geëvacueerde militairen een plaats
aan te wijzen bij een subsistentenafdeeling, zoodat zij niet mede-
rekenen in de sterkte der inf. korpsen. Een dergelijke afdeeling
bestaat reeds sinds tal van jaren ter Sum. Westkust voor de
daarheen van Atjeh geëvacueerde militairen. Zij draagt den naam
„subsistentencompagnie van Sum. Westkust" en is gelegerd te
Padang en Fort de Koek.
De eenige wijziging in de bestaande organisatie, die ik voor een
systematische regeling van de voortgezette opleiding van afge-
ëxerceerde recruten bepaald noodzakelijk acht, is het oprichten
van nog twee van deze subsistentencompagnieën, éen te legeren
in de Ie en éen in de Hie mil. afd., resp. te Batavia en Tjimahi
en te Soerabaija en Malang. Schrikt men er voor terug om
te bepalen, dat alle van de buitenbezittingen naar Java geëva
cueerde militairen bij een dezer subs, compagnieën zullen worden
opgenomen, dan kan zulks uitsluitend voorgeschreven worden
voor de geëvacueerde militairen afkomstig uit de gewesten waar
troepen in actie zijn. Maar dit is dan ook beslist noodzakelijk.
Dat deze organisatiewijziging feitelijk neerkomt op eene leger-
uitbreiding is duidelijk. De meerdere uitgaven, die een derge
lijke uitbreiding zal medebrengen, zullen echter voor een goed
Dl. II, 1904. 60