VOORLEZING DER KRIJGSARTIKELEN. De troep keert terug in het kwartier, geeft hulzen en patro nen af en rukt in, vlug, zonder onnoodig oponthoud. Luitenant B. haat dat talmen vóór het inrukken, dat uitvoe ren en herstellen van nuttelooze handgrepen of het maken van aanmerkingen op menschen, die vermoeid en bezweet zijn en zich ingespannen hebben bij velddienst- of gevechtsoefeningen „Wat 'n idéé, om juist na zulke diensten het gesloten exer- „ceeren te gelasten 215 R. I. I). Alsof men voor die geslo nten exercitiën—willen zij weer zg. de verslapte tucht herstel- „lenniet een troep moet hebben, die frisch en opgewekt de „bewegingen en handgrepen verricht, „gesmeerd" en klinkend „als een klok, en alsof dat mogelijk ware bij menschen, die öp „zijn van vermoeienis en over een veld sjouwen, dat trilt van „de hitte." B. heeft de soep geproefd, twintigmaal zijn handmerk op een corveerooster gezet, gezien—of voorgewend te zien—dat er 4 d.M. naad op 4 slobkousen is overgenaaid, en ontdekt, dat van een geweer, voor rammelen van de bajonet in de reparatie gegeven, de bajonet nog rammelt, maar verschil lende deelen zoodanig zijn opgevijld, gevernist en uiterlijk ver fraaid, dat het totaal der herstellingskosten ruim drie gulden bedraagt. Dan verlaat B. de kazerne, maar aan de wacht wordt hij ingehaald door den sergeant-majoor: „de fuselier Droog heeft zich gereën- gageerd; de krijgsartikelen moeten 'm worden voorgelezen". Luitenant B. heeft opgewekt den dienst in het terrein verricht, zijne ambitie is wat gaan luwen onder het uittellen van 100 blokken hout voor de menage, maar zijn blik is bepaald vijandig, als hij Droog ontmoet voor het compagniesbureau en de lange reeks van krijgsartikelen ziet, die dezen man zullen worden toege-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 283