903 - Aanteekeningen op het Inf. Exerc. Regl. Punt 87. Het ware beter het commando in deze paragraaf te vervan gen door „Rechtsom-Keert" (72), waarbij de onderwijzer zich,in overeen stemming met punt 151, voor het front dient te plaatsen, dat de bewe ging moet uitvoeren. Thans krijgt men verwarring, vooral bij inl. com pagnieën, daar het onderscheid tussehen het commando „even" of „oneven'' dikwijls niet wordt gehoord of begrepen. Bovendien is het voor den onderwijzer vrij moeielijk met één oogop slag te zien of het de evene of onevene nummers zijn die naar een bepaalden kant hebben front gemaakt, zoodat na de uitvoering van het commando van punt 87 de klasse dikwijls in een ander front zal staan dan de onderwijzer bedoelde. Punt 98. De beweging uitvoerende zooals in punt 98 omschreven, komt de man, geknield zijnde, in schuinsrechtsche strekking te zitten? waardoor het hem bij het vuren onmogelijk wordt gemaakt de kolf in de buiging van den schouder te plaatsen. Dit wordt dan ook niet ge daan. Hij plaatst het tegen den bovenarm, waarvan slechte schietuit- komsten het gevolg zijn. Om dit te voorkomen is het noodzakelijk, dat bij het knielen de linkervoet niet naar rechts wordt gebracht. Een abnormaliteit bij de uitvoering is nog, dat op den hiel wordt gedraaid, terwijl in punt 231, voorlaatste alinea, het wenden geschiedt op den bal van den voet. Punt 99, laatste zin. „Voorlade" dient „lade" te luiden, daar bij een kleinen man, de knop nabij den rechterschouder zijnde, de „voorlade" niet over den linkervoorarm kan worden gebracht. J. vak Hasselt. De luitenant-adjudant. Blijkens het „Voorschrift voor het houden van oefeningen bij de in fanterie", Art. 1, laatste alinea, is de luitenant-adjudant belast met de lijntjes-exercitiën voor de onderofficieren en korporaals, enz. Volgens Art. 8. Ie al. zijn de luitenant-adjudant en, onder diens toezicht, de adjudant-onderofficieren belast met „het onderwijs aan het kader in het exercitiereglement", en is eerstgenoemde daarvoor verantwoordelijk. Dit alles stamt nog uit den tijd toen een luitenant-adjudant recruten, jonge officieren enz africhtte en drilde, tegenwoordig behoort dat over gelaten te worden aan den compagniescommandant, als deze lijntjes-exer citiën enz. noodig mocht achten. C. A. V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 289