904
Reinigen van geweren na het schieten.
In No. 68 van den loopenden jaargang van het Militar Wochenblatt
vestigt de kapitein Mohr er de aandacht op, hoe de thans nog algemeen
bij de infanterie gebruikelijke wijze om den loop na het schieten met in
olie gedrenkt vlaswerk te reinigen, bij het gebruik van nitro-kruit in het
geheel niet meer voldoet. Het is trouwens algemeen bekend welk ge
vaar het zg. „naroesten" voor de bruikbaarheid der geweren oplevert
en welke de gevolgen er van zijn, indien bij geweren, welke, ten gevolge
van het in de reparatie geven of opberging in de rustkamer kort na het
schieten, tijdelijk uit handen van den man geraken, het dagelijksch zorgvul
dig onderhoud en toezicht voor korteren of langeren duur onderbroken wordt.
Slecht uitziende of blank gepoetste loopen, verwijding van de monding
afslijting van velden en trekken, roestnaden enz. zijn dan ook lang geen
zeldzame verschijnselen.
De oorzaak van dit alles, moet 'voor een groot deel gezocht worden in
het feit, dat bij het gebruik van nitro-kruit niet alleen met reiniging van
den loop langs mechanischen weg kan worden volstaan. Wel wordt door
het oliën van den loop onmiddellijk na het schieten het verharden van
het kruitslijm tegengegaan, maar wordt niet aan de zure overblijfselen
van het nitro-kruit hun voor het loopmetaal schadelijk vermogen ont
nomen. Dit laatste is alleen langs chemischen weg te bereiken. Een een
voudig middel daartoe bestaat daarin, dat men zoo spoedig mogelijk na
het schieten een in salmiakgeest gedrenkte prop vlaswerk door den loop
haalt, dezen daarna droog uitpompt en vervolgens oliet. Hoe eenvoudig
deze bewerking echter ook zij, voor de toepassing in het terrein is zij
nog te omslachtig, en verdient daarom het gebruik van roestwerende
middelen in vetvorm de voorkeur, van welke middelen meerdere soor
ten in den handel voorkomen en die alle, ten doel hebben de zure
overblijfselen van het nitro-kruit hun het metaal aangrijpend vermogen
te ontnemen. Yoor het gebruik in het terrein zijn deze pasta's bij uit
stek geschikt.
Gelet op hetgeen hierboven omtrent de nadeelige gevolgen van het zg.
„naroesten" werd opgemerkt, verdient het zoeken naar een betere reini
gingswij ze der geweerloopen ten volle de aandacht. In het bijzonder
geldt zulks echter voor de machinegeweren, waarvan de loopen niet een
waarde van enkele guldens vertegenwoordigen, maar al naar gelang van
het stelsel 50 tot f 120 per stuk kosten.
Een hulpmiddel hij het afstandschatten.
In den jaargang 1903 der „Proceedings of the Royal Artillery" deelt