919
rusting aan, wanneer niet bepaaldelijk anders wordt gelast. Al
leen wordt als algemeene maatregel bepaald, dat bij gewone pa
trouilles of transporten twee kapmessen per groep voldoende zijn,
doch deze moeten dan ook steeds bij elke groep aanwezig zijn.
Elke groepscommandant is ten allen tijde voorzien van
een kompas,
een fluitje,
een rapportenboekje (in blikken bus);
elke groep steeds van:
twee kapmessen,
twee touwen van 20 M.,
twee blikken obors met deksel,
een verbandtasch van geitenvel, waarin de verbandtasch van
hospitaallinnen,
twee spreien.
Wanneer het te voorzien is, dat de troepen aanraking met
benden zullen verkrijgen, of wanneer de mogelijkheid bestaat
dat door de noodzakelijkheid om een aloeër, rivier enz. te pas-
seeren bij bandjir, of door een tocht in djaloers, een geweer
kan zoek raken, moeten vivres bij den man worden uitgegeven
en de verstrekte pannetjes worden meegenomen.
Bij dergelijke patrouilles worden per groep steeds ingedeeld
3 dwangarbeiders met een tandoe zonder draagstok.
c. Signalen. Yan hoornsignalen moet zeer zelden gebruik
worden gemaakt, ook in de bivaks. Toch moet er regelmaat
en orde bestaan, ook zonder dit getoeter.
De manschappen worden gewend aan fluitsignalen.
Die signalen zijn:
één lange stootGeeft acht of aantreden;
■één korte stootVoorwaarts;
twee korte stooten—Halt;
twee lange stooten Groepscommandanten vóór (in 't bivak;
rapport)
drie lange stootenRechtsomkeert.
cl. Opdrachten. De orders voor den nacht worden uitgegeven
op het rapport, des avonds na het sluiten van het bivak; die
voor overdag worden kort voor het uitrukken gegeven.
De opdrachten worden kort en duidelijk medegedeeld, cqhoe