927 deeld, door studie en oefening zich heeft voorbereid voor de taak die hem in den naasthoogeren rang wacht, die overtuigd is zijn plicht, en meer dan zijn plicht gedaan te hebben en derhalve vermeent op eene bevordering het volste recht te hebben, en die plotseling uit de dagbladen ontwaart, dat hij door meer dere jongere collega's is voorbijgegaan. Het gevoel van verbit tering, dat hem bij het lezen van een dergelijk bericht moet over meesteren, het grievend leed den ijverigen dienaar aangedaan, die aan zijne hoop op een ruimeren levensstandaard voor zijn gezin, of aan illusiën ten opzichte van de opvoeding zijner kin deren, geheel onverwacht den bodem ziet ingeslagen, laat zich. beter gevoelen dan beschrijven. En dit leed bepaalt zich niet tot den getroffene en zijn gezin alleen, het wekt medegevoel in de omgeving, en kweekt wan trouwen en verbittering in een groot deel van het officierskorps, omdat niemand zich meer zeker van zijn toekomst acht. Er behoort voor den betrokkene heel wat zelfverloochening, heel wat liefde voor het vak toe, om na een dergelijke passee ring nog met dezelfde kracht, lust en opgewektheid zijn plicht te blijven vervullen, want de misdeelde is vóór alles mensch, en ziet zich miskend in zijn arbeid, getroffen in zijn prestige. Wel is waar zal bij toepassing van ons stelsel een niet voor bevordering geschikt geoordeeld officier zich ook menigmaal on tevreden gevoelen over eene dergelijke miskenning zijner capa-' citeiten, doch dit is niet te vergelijken met het groote leed bo venbedoeld officier aangedaan, die in den waan gelaten werd dat hij den hoogeren rang zou bereiken. Een voor bevordering ongeschikt geacht officier krijgt bij ons daarvan tijdig rnede- deeling, en kan zich verbeteren of zich verdedigen. Het keuzestelsel zal aldus, naast een klein aantal bevoorrech ten, steeds een groot aantal ontevredenen kweeken. De vraag zou nu gesteld kunnen worden, waarom in vele Europeesche legers, ondanks dit nadeel, het stelsel van be vordering bij keuze geheel of gedeeltelijk ingevoerd werd en, zij het ook na herhaalde wijziging, behouden bleef. Het ant woord hierop is m.i., dat bij groote Europeesche legers, die, bij geringer sterftekansen van de officieren, als regel op voet van vrede verkeeren, een ancienniteitsstelsel als het onze al spoe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 313