929 Bovenstaande omstandigheden eischen, althans gedeeltelijk,, nadere toelichting. De beoordeeling door den onmiddellijken chef vormt bij elk stelsel van bevordering in hoofdzaak den grondslag, waarop de beslissing berust of de officier al dan niet voor bevordering in aanmerking kan worden gebracht. Het Indische leger nu is in vele, soms zeer kleine onderdeelen gesplitst over eene buiten gewone uitgestrektheid, met het onmiddellijk gevolg, dat het aantal chefs, dat in eerste instantie een oordeel moet uitspreken, ook zeer groot is en van zeer uiteenloopende rangen en leeftijden. Dientengevolge verschillen die chefs in ontwikkeling, kennis, karakter, ervaring en oordeelsgaven zoo verbazend, dat van een beoordeelen naar één zelfden maatstaf alleen daarom reeds bij ons nimmer sprake kan zijn. En alleen wanneer naar denzelf den maatstaf geoordeeld kon worden, dus wanneer de ideaal toestand bereikt kon worden, dat één enkel chef, zoowel moreel als intellectueel door allen als de hoogste erkend, over die allen oordeelde, zou het bovengenoemde nadeel voorkomen kunnen worden. Evenals alle idealen is ook dit onbereikbaar, doch ner gens is men er zoo ver van af als bij het Indische leger. Verschillende omstandigheden doen dit bezwaar van gebrek kige beoordeeling nog toenemenzoo loopen de betrekkingen, welke officieren van denzelfden rang in Indië vaak bekleeden, in belangrijkheid zóó uiteen, dat het den een veel gemakkelijker moet vallen daarin te voldoen dan den ander, de een heeft veel meer gelegenheid 0111 zich wetenschappelijk te ontwikkelen dan de ander; de een heeft meer tact en gelegenheid zich door zijne chefs te doen opmerken dan de ander, enz. enz. Daarbij komt nog, dat de vele overplaatsingen in het leger oorzaak zijn, dat een officier zelden langer dan één jaar door denzelfden chef wordt waargenomen, terwijl de gewestelijke chefs en de wapenchefs slechts bij uitzondering een zelfstandig oordeel kunnen uitspreken. De nadeelige gevolgen van de bovenomschreven, onvermijde lijk gebrekkige wijze van beoordeelen deden zich bij ons stelsel reeds meermalen gevoelen, doch zouden bij toepassing van het keuzestelsel veel grooteren omvang verkregen hebben. Bij het ancienniteitsstelsel is het voor den officier slechts de vraag of hij voor den hoogeren rang geschikt is of niet. In het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 315