937 „dat op grond hiervan ten aanzien van de bewijsleer artikel .„211 C. W. in casu toepasselijk is, zoodat de enkele beëedigde „verklaring van den getuige v. D.die niet gebleken is een „ïepiochabel persoon te zijn, terwijl zijne getuigenis door geen „andere omstandigheden verzwakt of tegensproken wordt, het „wettig en overtuigend bewijs heeft geleverd; „dat beklaagde op den 19en Januari 1901 des namiddags om- „streeks 21/2 uur, toen de Europeesche sergeant v. D. in diens „kamer op den grond lag te slapen, binnengekomen is, en, toen „deze zich naar de deur begaf om hulp te halen, zijne vuist „di eigendei wijze tegen dezen heeft opgeheven, alsof hij dezen „wilde slaan." Dit vonnis werd ten aanzien van het schuldig en de qualifi- catie bekrachtigd en beklaagde deswege veroordeeld tot 9 maan den militaire detentie. Deze beslissing kwam den redacteur voor de bewijskracht van artikel 211 C. W. zeer belangrijk voor en werd dan ook ten rechte door hem gepubliceerd. In een ander vonnis van den krijgsraad te Koeta Radja, ddo. 1 Mei 1903 No. 13, werd geheel op dezelfde overwegingen de fuselier V. schuldig verklaard aan „insubordinatie door woor den" en deswege veroordeeld tot 2 maanden militaire detentie, welk vonnis door het H. M. G. werd geconfirmeerd. Handhaafde het Hof derhalve ten vorige jare deze leer, thans komt het college daarop terug, zooals hieronder zal blijken. Bij vonnis ddo. 7 Maart 1904, No. 10, verklaarde de krijgs raad te Koeta Radja den kanonnier C. schuldig aan „insubor dinatie door woorden", en veroordeelde hem tot twee maanden militaire detentie, op grond dat hij op den len Februari jl. des voormiddags omstreeks lN/2 uur in het kampement der 4e Berg- batterij te Koeta Radja, in tegenwoordigheid van sergeant W. van wiens kwaliteit hij zich volkomen bewust was, de volgende uitdrukking heeft gebezigd: „Nou die dit rapportje gemaakt heeft, heeft er slag van, maar die vent moet zelf vijf jaar heb ben", welke woorden gesproken werden naar aanleiding van een rapport, door genoemden sergeant ingediend over beklaagde, ten gevolge waarvan deze gestraft werd met 14 dagen provoost a/d w/r en gesloten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 323