943 - met artikel 100 C.W. en had mitsdien, met toepassing van arti kel 17, hoe afkeurenswaardig dit artikel dan ook zijn moge, als feitelijke insubordinatie gequalificeerd moeten blijven. Hierbij zij aangeteekend, dat bij het (nieuwe) militaire straf wetboek dit misdrijf nader is geregeld en dat poging tot feite lijke insubordinatie strafbaar is zoodra dat wetboek in werking zal treden. Het komt mij daarom niet ondienstig voor hier onder te laten volgen de artikelen van dat wetboek, waarin ons tegenwoordig geldend artikel 100 C.W. voornamelijk is gesplitst, gepaard aan eenige beschouwingen omtrent deze artikelen, voor komende in de Memorie van Toelichting, een en ander ontleend aan het „Militair straf- en tuchtrecht" van professor van der Hoeven. Het zijn de artikelen 94—100 en 101. De artikelen 102 tot en met 107 hebben daar ook betrekking op, doch bevatten slechts- strafbepalingen tegen de bijzondere omstandigheden waaronder zich de feitelijke insubordinatie kan voordoen, bv. als zij gepleegd wordt buiten dienst, in tijd van oorlog door twee of meer min deren enz. Zij luiden Artikel 94. De militair, die opzettelijk een meerdere door eenige feitelijkheid beleedigt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Indien het feit in dienst wordt gepleegd met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren. Artikel 100. De militair, die opzettelijk een meerdere feitelijk bedreigt met geweld, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Indien het feit enz. conform het 2e lid van artikel 94. Artikel 101. De militair, die opzettelijk een meerdere feitelijk aanrandt, zich met geweld of bedreiging met geweld tegen hem verzet, hem van zijn vrijheid van handelen berooft, of hem door geweld of bedreiging met geweld dwingt tot het volvoeren of tot het nalaten van eene dienstverrichting, wordt, als schuldig aan feitelijke insubordinatie, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren. Indien het feit eenig lichamelijk letsel ten gevolge heeft wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 329