956 maken daar, waar het belang van den dienst dit vordert. En, dit belang brengt mede, dat niet elk op zich zeiven zijne aan geboren flinkheid in werking stelt, maar dat ditgeschiedt in harmonische vereeniging met die van allen. De reden, waarom er zoo weinig werkelijk goede militairen gevonden worden, ligt hieraan, dat zoo zelden in een en denzelfden persoon vereenigd zijn èn de kracht tot flinkheid, ën de kracht zich te onderwerpen. Dit laatste klinke niet paradoxOók om ondergeschikt te wezen, om gehoorzaam te zijn, heeft men noodig een zedelijke vitaliteit, te grooter, naarmate de zucht, tot een zelfstandig optreden ster ker is. Derhalve, waar we aandringen op dit laatste, mag te gelijk het eerste niet ontbreken, en een der twee factoren, wel ke we zooeven bedoelden, is dan ook: Geschiktheid tot ge hoorzamen. Onmiddellijk daarna dient de andere factor te worden bespro ken. Een officier, goed gesignaleerd omtrent zijne flinkheid, maar daarentegen slecht wat aangaat zijne geschiktheid tot gehoorzamen, is zeker voor het leger van twijfelachtige waarde. Echter, en dit verlieze men niet uit het oog, ditzelfde kan men zeggen van iemand, die bij weinige flinkheid veel gehoorzame onderwerping betoont. In herinnering brengende wat we zoo even zeiden, dat nl. flinkheid en gehoorzaamheid als individu- eele eigenschappen zelden samengaan, en dit de reden is waar om er zoo weinig werkelijk, goede militairen gevonden worden, moeten we nu tot het besluit komen, dat, enkel naar hunnen individueelen aanleg beoordeeld, maar een heel klein aantal of ficieren het brevet van volledige geschiktheid zal kunnen wor den uitgereikt. Inderdaad is dit ook zoo. Hij die flink is zal weinig neiging tot ondergeschiktheid afteekenen, en hij, die hoog staat aangeschreven wat aangaat zijne gehoorzaamheid, zal men mogen wantrouwen wat zijne flinkheid betreft. Er dient hier nu op te worden gewezen, dat het laatste in het officierskorps oneindig veel meer zal voorkomen dan het eer ste. Wat toch is het geval? Om flinkheid te kunnen toonen, wordt er eene actie gevorderd, terwijl, om gehoorzaamheid aan den dag te leggen, slechts noodig is dat men zich passief stelt tegenover hem, die de gehoorzaamheid oplegt. De eiken mensch in zekere mate aangeboren gemakzucht treedt het eerste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 342