960 den natuurlijken aanleg ten goede of ten kwade hebben gewij zigd. Zoo zal, om eens iets te noemen, door eene beoordeeling van het denkvermogen kunnen worden uitgemaakt, of de of ficier in het bezit is van voldoende militaire kennis, maar, deze kennis zal weer van invloed zijn op het nut, hetwelk zijne in- dividueele geschiktheid afwerpt, daar zij in zeker opzicht bepaalt, in hoeverre zijne aangeboren eigenschappen, hier inzonderheid zijn ondernemingsgeest, het leger ten goede komen. Daarbij blijft de op den bodem van het karakter aanwezige lust tot ondernemen, op zich zelf beschouwd, dus onaangetast, maar wel degelijk zal, wil men de volledige geschiktheid van den officier beoordeeJen, rekening moeten worden gehouden met den invloed door de meerdere of mindere aangeleerde militaire kennis daar op uitgeoefend. Daarom, thans overgaande tot eene beschouwing van het denk-, gevoel-, en wilvermogen van den officier, willen we vooraf op merken, dat er ook hier vele wegen naar Rome leiden, en wij niet zullen beweren, dat de door ons te kiezen weg de beste en kortste zal wezen, om het doel te bereiken. Het veld, waar op wij ons nu bewegen, werd nog door niemand betreden, veel minder bearbeid, reden waarom wij meenen recht te hebben op toegeeflijkheid, als mocht blijken, dat we hier de spade te veel, daar wellicht te weinig hanteeren. Waar de ganschelegermachine slechts wordt gedreven door de resultante der krachten van elks denken, voelen en willen, daar is het hoogst moeielijk den juisten norm te bepalen, waarnaar deze drie uitingen van het ziele- ieven bij den officier moeten worden beoordeeld, maar niette min springt daarbij tevens de noodzakelijkheid in het oog, om •deze moeielijkheid te overwinnen en er niet voor terug te deinzen. Het stelsel van luk-raak beoordeelen, hetwelk thans bij de troepenofficieren gevolgd wordt, dankt zijn ontstaan en kan zich slechts blijven handhaven alléén, omdat men nog niet voldoende beseft, hoe de ziel van den eenling het alles ook in de militaire wereld beheerscht en leidt, en men dus haar als voorwerp van onderzoek moet kiezen, wil men het geheel krach tiger en gezonder te voorschijn doen treden. Geen organisme is langs natuurlijken weg te behouden, als niet de levens voorwaarden in acht worden genomen der afzonderlijke cellen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 346