969 Mens sana in corpore sano een gezonde ziel huist slechts in •een gezond lichaam De lichamelijke en moreele kracht van den ondergeschikte te versterken, behoort dus tot de taak, den troepenofficier op de ■schouders gelegd. Hoe moet hij zich hiervan kwijten? Gemak kelijk is deze vraag te beantwoorden, ten aanzien van de licha melijke kracht, ten minste, zoolang men deze op zich zelve blijft beschouwen, en haar niet tevens vergelijkt met haren invloed, •dien zij op de moreele steeds uitoefent. Immers, om uitsluitend de physieke kracht van den man op te voeren, is slechts noo- dig dat deze materieel worde onderricht in al die oefeningen, waarvan de uitvoering de inspanning dier kracht als eerste voorwaarde vordert. Yoor dit materieele onderwijs nu is zelfs •een onderofficier, zooals hij tegenwoordig wordt opgeleid, wel geschikt, en een officier hiernaar te beoordeelen kan dus over bodig worden genoemd. Anders is het evenwel gesteld met het versterken van de moreele kracht in den soldaat. Behalve dat nu eenige opvoedkundige kennis niet mag ontbreken, moeten vooral aan het gevoelvermogen van hem, die zich hier als leider gaat opwerpen, hooge eischen worden gesteld. Een paedagogische stelling, die mogelijk om hare kortheid wat overdreven klinkt, maar in elk geval in hoofdzaak waar blijft, luidtEen kind wordt wat de opvoeder het gelooft te zijn 1), en, in hoevele opzichten de op voeding van den soldaat ook moge verschillen met die van het kind, wij aarzelen niet deze stelling als grondwaarheid over te brengen, ook in het leger. Be soldaat wordt wat de leider hem ge looft te zijn. Indien de troepenofficier met deze gedachte bezield zijn taak, om de moreele kracht zijner minderen te verhoogen, verricht, dan kan het niet anders, of hij moet slagen, zoo niet geheel, dan toch zoo goed mogelijk. Het vertrouwen, dat hij als gevolg hiervan in den man stelt, zal bij dezen tot ^//'ver trouwen ontkiemen: „Hij denkt, dat ik het kan, hem geloof ik, dus kan ik, en nu wil ik ook", ziedaar de gedachtengang van den soldaat, zooals hij zich als type aan ons voordoet. Hij zal in goede eigenschappen niet boven het gemiddelde ni- 1) Zedelijke opvoeding door J. Kooistra, directrice van 's Rijks Normaalschool te A- peldoorn, 4 e druk 1901.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 355