974
we zouden nu verder ook gaarne in behandeling nemen het an
dere deel der opvoeding van het gevoelvermogen, hetwelk meer
speciaal de vergrooting van het zelfvertrouwen beoogt. Alsdan
zouden we echter in zuivere militaire opvoedkunde vervallen,
en dus ons doel, om de voorwaarden op te sporen waarnaar
de troepenofficier beoordeeld moet worden, voorbijstreven. Ver
wijzende overigens naar hetgeen we daarover reeds vroeger
schreven, bepalen we ons er nu slechts toe te zeggen, dat niet
alleen het vestigen, maar ook het verirrooten van het zelfver
trouwen der minderen als de taak van den troepenofficier te be
schouwen is, weshalve wij ook dit laatste moeten opnemen als
punt van beoordeeling voor zijne geschiktheid.
Behalve 's mans gemoed te vormen, en diens zelfvertrouwen
te vergrooten, moet hij diens geestdrift kunnen wekken. Dat
men, vooral in de militaire wereld, met dit woord voorzichtig
zijDe noodzakelijkheid van haar bestaan, de onmogelijkheid
dat zij, inzonderheid vóór den vijand, kan worden gemist heeft
gemaakt dat men in het leger voor „geestdrift" niet onverschil
lig is. De ondervinding heeft ons echter geleerd, dat de zuivere
beteekenis er van geenszins een helder licht verspreidt, reden
waarom de wijze, waarop zij zich in het militaire doorgaans uit,
ons verre van sympathiek voorkomt. Om het hier maar gulweg
te zeggen, in het leger lijkt ons het opvoeren tot geestdrift
niets anders dan het prikkelen tot opgewondenheid, de uitoefe
ning eener hypnose, waarbij, behalve de gevoelszenuwen, vooral
die van den wil een rol spelen, dit met het doel het denkver
mogen tijdelijk te verlammen, het tot werkeloosheid te doemen.
Niet noodig te zeggen, dat deze toestand slechts van korten
duur kan zijn en later de natuur haar rechten herneemt, dit
wel met zulk een kracht, dat het evenwicht onvermijdelijk ver
broken raakt, en dus reactie geboren wordt.
Wij wenschen hier niet te gaan twisten over de vraag, of een
oogenblikkelijke spanning van alle zenuwen, ter bereiking van
zeker doel, niet dikwerf noodzakelijk is, want reeds bij voorbaat
geven wij toe, dat dit wel degelijk het geval is. Ook zullen we
het niet tegenspreken, dat er in het leger altijd personen te
vinden zullen zijn, bij wie de pogingen, om hen tot geestdrift
op te voeren, verloren moeite zal wezen, zoodat men dus bij