975 dezen, als surrogaat voor een gemis, wel genoodzaakt is gebruik te maken van eene geëxalteerde stemming, zij bet dan, dat eene tijdelijke inzinking hunner moreele kracht, onmiddellijk na de actie, daarvan het gevolg is. Waar we hier alleen op willen wijzen is dit, dat bij ons militairen het woord „geestdrift" te veel als synoniem met „opgewondenheid" wordt beschouwd, en wij als gevolg hiervan tot opgewondenheid gaan prikkelen, in de meening daarmede een bij uitstek militaire cleugö. te bevor- ren. Het volslagen gemis aan psychologische en opvoedkundige kennis maakt, dat wij het uiterste en in zeker opzicht scha delijke redmiddel aanzien voor het middel, en ons tevreden stellen met een van buiten af opzweepen tot moedsbetoon, ook dan, wanneer spontane opwelling uit eigen hart zooveel schoonere resultaten beloven zou. Wij bedenken niet, of in elk geval te weinig, dat de uiting van alle deugden, dus ook van de mili taire, eene zedelijke strekking heeft, en daarom slechts opvoe ding en opleiding bij machte zijn die deugden te kweeken en te versterken. Zelfverloochening, doodsverachting, vaderlands liefde, of welke militaire deugd men ook noemen wil, eischen voor hunne natuurlijke ontplooiing vrij wat meer dan een kort stondig ingrijpen op een gewild moment. Al is de morphine geschikt om voor het oogenblik slaap te verwekken, men zal zich, gezond zijnde, toch wel wachten dit middel te 'bezigen in alle gevallen, waarin slaap wenschelijk voorkomt. De schadelijke gevolgen zouden zeker niet uitblijven, in de eerste plaats hier in bestaande, dat de onnatuurlijke slaap regel, een verkwik kende, een gezondmakende nachtrust uitzondering werd. En de plaats, hier door de morphine ingenomen, kan men gevoegelijk in ruimen aan den prikkel tot opgewondenheid, wanneer men slechts het gevaar, waarin het lichamelijk welzijn door het mor- phinegebruik verkeert, weet op te vatten in geestelijken zin. Inderdaad, evenals bij het eene, zal ook bij het andere verslap ping en machteloosheid intreden, wat te meer te duchten isr daar het middel, niet zelden, ook door onbevoegden wordt uit gereikt. Wij achten het een dringende eisch des tijds, dat men voort aan nagaat, in hoeverre aan den troepenofficier de hier bedoelde bevoegdheid kan worden verleend, m. a. w. dat men beoordeelt,.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 361