989 Eenige dagen achtereen werd van dezelfde, pas ontvangen, partij meel brood gebakken, een deel met behulp van toewak arèn, een ander van hopgist. Het toewak-brood was goed gerezen en had een croquante korst, en voldeed, wat smaak en reuk betreft, aan de eischen aan goed brood te stellen. Het hopgist-brood had een meer taaie korst, was voldoende gerezen, doch niet in die mate als het evengenoemde, terwijl zoowel reuk als smaak de aanwezigheid van bitterstof, van de hop afkomstig, verraadden. Het schijnt, dat de gist hierbij minder werkzaam is, waar door geringere vorming van alcohol en koolzuur en dientenge volge niet volkomen gerezen deeg. De wijze van korstvorming is afhankelijk van de tempera tuur van den oven, varieerende tusschen 225° en 300" C. Bij het bakken met behulp van legèn kan van laatstgenoemde temperatuur veilig worden gebruik gemaakt, daar de te verwarmen gassen hier in voldoende mate aanwezig zijn om bij het snel ontwij ken toch het brood te doen rijzen. De korst, aan de meeste warmte blootgesteld, verliest spoedig veel water en daardoor hare elasti citeit, maar verkijgt tevens de gewilde croquante eigenschap. In het met hopgist bereide deeg zijn minder gassen aanwe zig, het ontwijken moet dus langzaam geschieden om gelegen heid tot rijzen te geven en de temperatuur behoort daarom lager te zijn. Aan de korst wordt dan echter minder water onttrokken en zij blijft zacht en taai. Het bovenstaande heeft bij ons de overtuiging gevestigd, dat hopgist zich voor de broodbereiding niet tegenover legèn kan handhaven en alleen dan in Indië zal worden toegepast, als de hoedanigheid (d.w.z. het zuurgehalte) van het meel zulks wen- schelijk maakt of legèn niet verkrijgbaar is. De broodbereiding met behulp van hopgist geschiedt te Koeta- radja als volgt. De hiervoor benoodigde meelsoorten 1) worden te voren al dan 1) Hier worden drie soorten gebruikt: I Sperry en Co., Stockton (Calif'ornië). II Patent Roller" Dayton Portland (Oregon). III Harrisonmeel (Australië).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 375