991 Het overblijvende gist vocht wordt voor den volgenden dag bewaard en alvorens aan te wenden gezeefd. Het deeg wordt in bollen van ruim 0.22 K.G. afgewogen en in daarvoor bestemde blikjes gedaan; de bollen worden toege dekt en blijven nog 3 a 4 uur nagisten. De hier gegeven verhoudingsgetallen voor meel, gistvocht en water moeten niet als onveranderlijk worden aangemerkt. Het absorptievermogen van meel is niet standvastigde onder vinding heeft den bakker geleerd, hoeveel gistvocht hij noodig heeft om het deeg te doen opkomen, want uit hetgeen hiervo- ren, omtrent de gisting en de secundaire omzettingen die daar bij kunnen ontstaan, is opgemerkt kan gemakkelijk worden nagegaan, dat deze hoeveelheid afhankelijk is van de hoedanig heid van het meel. Zooals nog bijna overal elders in Indië, wordt ook hier ge bruik gemaakt van den ouderwetschen bakoven, welke moet wor den vóórgewarmd. De bakvloer heeft den vorm van een halven cirkel en biedt ruimte voor 750 rations. De temperatuur in de bakruimte wordt beoordeeld naar de kleur van de steenen en vereischt dus veel ervaring. De pyrometer is den bakker een onbekend instrument, trouwens ook in andere opzichten bedient hij zich bij het bak ken van brood zoo min mogelijk van meet- en weeg werktuigen. Het inschieten van de blikjes heeft plaats met behulp van lange, smalle planken, waarop 10 tot 15 blikjes. Zoowel het inbrengen als het uitnemen vordert 10 tot 15 minuten. Vóór het inschieten wordt de oven met een natten doek ge veegd, waardoor de lucht in den oven vocht opneemt en de warmte beter aan het brood wordt medegedeeld. Het bakproces duurt ongeveer 50 minutendaar de oven open is, zal de temperatuur bij de opening lager zijn dan in het overig gedeelte en is het zaak gedurende het bakken de blikjes te verplaatsen en bij het uitnemen rekening te houden met de brooden, die het langst in den oven zijn. Va het uitnemen wordt het brood in platte bakken gebracht, opdat het goed kan uitwasemen het wordt ongeveer 4 uur later gefourageerd. J. G. Smit.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 377