KUSTVERDEDIGING. Reeds in de vroegste tijden maakte de kustverdediging een punt van ernstige overweging uit bij de in deze aangelegenheid betrokken volkeren, en werden allerlei middelen aangegeven en verschillende plannen gemaakt om de landing van een vijand op vaderlandschen bodem onmogelijk te makenmaar niettemin weet de geschiedenis tal van voorbeelden aan te wijzen van meer of minder geslaagde landingen. In de Eiigelsche geschie denis is de eerste vijandelijke inval van dien aard welke be. kend is die van de Romeinen, waartoe door Cesar besloten werd, ten einde de bewoners der Britsche eilanden te straffen voor de door hen in den vorm van voorraden voortdurend ver leende hulp aan de Galliërs. Volusenus, een van Cesars onderhebbenden, werd op verken ning uitgezonden met een galei, maar na vijf dagen keerde deze terug zonder er in geslaagd te zijn om aan den wal te komen. Door hem werden echter de havens van Dover en Deal aan gewezen als de dichtstbijzijnde en éénige havens op de kust te genover Calais, waar een vloot kon ankeren en landingstroepen aan den wal konden worden gebracht. Cesar deed nu te Calais twee legioenen in 80 vrachtschepen embarkeeren, terwijl in een op acht mijl verwijderde haven nog 18 schepen gereed werden gehouden om met de aan deze troepen macht toegevoegde ruiterij te volgen. De bij de vloot behoo- rende galeien waren bewapend met verschillende oorlogswerk tuigen, catapulten en boogschutters. Deze twee legioenen zul len gezamenlijk ongeveer 10.000 strijders sterk zijn geweest, terwijl het aaphal niet-strijders wellicht nog grooter was. Immers in de beschrijving van enkele zijner Gallische oorlogen vermeldt Cesar, dat een bepaalde hoeveelheid koren per week werd toe gestaan aan een soldaat en zijn bediende. De vloot zette zeil na middernacht en kwam den volgenden morgen te 10 uur bij Dover onder de Engelsche kust, waar Cesar de Britten op zijn komst voorbereid vond. Aangezien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 378