1000 versterking zal men moeten eischen, dat zij het „zeemansoog" bezitten. Bovenal geldt dit natuurlijk voor de officieren, die hunne ondergeschikten de noodige aanwijzingen voor het vuur moeten geven, willen zij met vrucht de vuurleiding op zich kunnen nemen. Uit den aard der zaak zijn de voorgaande beschouwingen in algemeenen zin bedoeld, en is daarbij uitgegaan van de veron derstelling, dat voor het beoogde doel marinepersoneel in vol doenden getale beschikbaar kan worden gesteld. Of zulks in onze overzeesche Oost-Indische bezittingen inderdaad het geval is, staat schrijver dezes niet vrij te beoordeelen. In het vervolg van dit opstel stellen wij ons voor aan de hand der geschiedenis na te gaan. welke waarde moet worden toege kend aan land- ten opzichte van scheepsbatterijen. Wordt vervolgd.) X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 386