1002 voornaamste hindernis voor een oprukken uit het Oosten naai de lijn Kaiping—Moekden overschreden. Te meer is dit te ver wonderen, daar over de passen, vooral over den Motienling-pas, een roep van buitengewone sterkte opging. Alle passen werden echter, zoo luiden de berichten, door frontaanvallen gepaard met omtrekkingen genomen. Ook deze sterke stellingen gingen dus mank aan het euvel van bijna alle bergstellingendat zij omtrokken konden worden. Door het tijdig onderkennen van de omtrekking kan deze dik wijls met succes worden tegengegaan, doch hiertoe is nauwkeurige kennis van het terrein en van de naar de stelling voerende wegen noodig, en die hoog noodige kennis schijnt bij de Russen niet groot te zijn, terwijl daarentegen van verschillende zijden reeds bewezen is, dat de Japanners reeds lang voor den oorlog, dien zij voorzagen en wenschten, het terrein tot in bijzonder heden bestudeerden. Nu kan men al deze gevechten wel beschouwen als gevech ten om tijdwinst, doch dan mag niet over het hoofd worden gezien, dat hier juist de tegenovergestelde fout werd begaan als bij de gevechten aan de Jaloe, nl. dat hier niet lang genoeg werd stand gehouden, terwijl volgens vroegere berichten de sterkte der stellingen een langer standhouden mogelijk maakte en de stelling aan de Jaloe, naar het oordeel van Koeropatkine zelf, daarvoor niet geschikt was. Tijdwinst schijnt voor de Russen nog altijd hoogst noodzakelijk te zijn en de concentratie dei- troepen om Liaujang en bij Moekden niet vlot van stapel te loopen, anders was het zeker mogelijk geweest, het voortdringen der Japanners krachtiger tegen te gaan. Na het bezetten der passen kwam, volgens bericht van Koe ropatkine, de beweging der Japanners overal tot staan, met uit zondering van die op den weg van Motienling naar Liaujang. Blijkbaar trachtten de Russen in de volgende dagen de gemaakte fout te herstellen en gingen zij op de verschillende wegen naai de lijn Kaiping—Moekden tot bet offensief over. Zoo zou de cava leriebrigade Mitschenko op den weg van Hsiujen naarTaSjits- jiau een geheele Japansche infanteriebrigade hebben vernietigd en deden de Russen 3 Juli, door mist begunstigd, een aanval op de Japansche voorposten bij Motienling; de Japansche voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 388