1004
Gedurende den aanval trok de Japansche cavalerie langs de
kust naar Inkou. Volgens Russische opgaven waren de .Japanners
41/2 divisie sterk en was de sterkte der Russen 22000 man. De
Russen trokken op Haitschöng terug, de Japanners vervolgden
hun weg naar het Noorden en bezetten den 13en Juli Nioetsjwang
en Inkou.
Door de bezetting van Kaiping is nu ook de weg van Hsiujen
naar deze plaats geheel in handen der Japanners en kunnen
het 2e, 4e en le Leger voor den vervolge in onderling verband
opereeren, waardoor in het Zuiden de strategische omvatting van
het Russische leger bij Liaujang tot stand is gebracht.
Operation voor Port-Arthur.
Intusschen sloot het 3e Leger Port-Arthur van de N. zijde
steeds nauwer in. 26 Juni vermeesterden de Japanners de verst-
liggende positiën ten O. van Port-Arthur op de hoogten bij Siau-
bintan, halverwege Dalny en Port-Arthur. De Russen trokken
W. waarts terug, 40 dooden achterlatende; de Japanners verloren
100 man en maakten twee kanonnen buit.
Vervolgens namen de Japanners den berg Loengwantang, gele
gen 8 mijl ten O. van Port-Arthur; de Russen werden met een
verlies van 207 man tot den terugtocht gedwongende verliezen
der Japanners zouden veel zwaarder geweest zijn. Op 3 en 4
Juli werden de Japanners echter weder met een verlies van 2000
man van den berg Loengwantang verdrevende Russen verloren
daarbij 288 man. Ondersteund door het vuur der vloot, werden
de Japanners uit een aantal versterkingen verdreven, die daarop
weer door de Russen werden bezet. Ook 5 Juli deden de Russen
een uitval en maakten daarbij 10 Japanners gevangen en 3 ka
nonnen buit.
Den lOen ondernamen de Japanners een aanval op een der
Westelijke forten, doch werden met groot verlies teruggeslagen.
De verliezen der Japanners worden als zóó groot opgegeven, dat
nadere bevestiging van Japansche zijde noodig is, alvorens deze
te noemen; de Russen verloren 1000 man.
De groote verliezen der Japanners zouden te wijten zijn aan
het doen spingen van vóór het fort gelegde mijnen.