1018
"bij zeep niet aangegeven, de aannemer levert de zeep zoals
hij dat gewend is, en wie zeep vraagt, bv. in een Militair Hos
pitaal, krijgt van dat bekende inferieure goed, dat nauwelijks
de naam zeep verdient, 't zij dan bestemd om vaatwerk, linnen
goed, patiënten in de ziekeninrichting, de handen van de mede-
kus of wat ook, te „wassen." Het zal nauweliks nodig zijn
op te merken, dat de zeer bekende witte zeep, ad f0.06 het K.G.T
niet voor al die doeleinden in aanmerking kan komen. Dus
geschikt voor het beoogde doel of niet, de aannemer zal zeggen
ja, want ge kunt er mee „wassen", de ontvanger zal zeggen
neen, want ze vreet de huid op!
En nu de kwestie van het „gevuld" zijn. Er staat geschreven
„Zeep, gele of witte, hard, weinig gevuld."
Vooraf een toelichting over de gebruikelike namen van zeep:
lo. Kernzepen(o. a. de betere soorten toiletzeep) met een
watergehalte van10 15
en een gehalte aan vetzuren van. 85—75
2o. Gladde of geslepen zepen(o. a. de goedkopere soorten bad-
zeep) met een watergehalte van 20—30
en een gehalte aan vetzuren van 7565
3o. Gevulde zepen (bv. het artikel door de aannemers gele
verd aan het goevernement);
met een watergehalte van 4070
en wisselend gehalte aan vetzurenbehalve water
en vetzuren kan daarin nog voorkomenkrijt, soda^
borax, zwaarspaat, beenderenmeel, talk, waterglas,
houtspaanders enz.
De door de aannemer te leveren zeep mag volgens 74 dus
zijn „gevulde"wij kunnen er dus, behalve een hoog waterge
halte, al de zoeven genoemde vulstoffen in verwachten zonder
dat zulks ons het recht geeft tot afkeuren. De eis luidt echter
„weinig gevuld"! Wat is weinig en wat is veel! Waar bij-
deze zeer zwakke omschrijving de grens te trekken? Hoe hier
tegelijkertijd de belangen van goevernement en aannemer be
hartigd? Moet bv. een zeep met 15 soda en 60 water
zoals ik er hier een vond worden afgekeurd Het ja is
evenzeer te verdedigen als het neen.
De gehele moeielikheid was uit de wereld, wanneer bij het