1021 toren meestal weinig bezwaar op, daar een vast plan volgens de kaart kan worden opgemaakt en met het civiel bestuur het ove rige kan worden besproken en geregeld. Yoorts kunnen dan ook de uitgaven zoodanig beperkt worden, dat de beschikbare fondsen wel 2 a 3 van die oefeningen toelaten. Men vergete hierbij niet, dat o. a. in mijn garnizoen elke koelie die genegen is mee te gaan per dag f 0.50 -f- eten durft eischen, hetgeen op de Buitenbezittingen wel veelal het geval zal zijn. Dankbaar moet men nog zijn, als zoo'n koelie 18 a 20 K.G. wil dragen. Ter verduidelijking deel ik hier even mede, dat bij een 6-daag- schen tocht vier koelie's werden meegenomen, waarvan drie ieder 12 K.G. vleesch in blik en 2 K.G. gedroogde visch droegei^ terwijl de 4e 3 K.G. vleesch droeg met de noodige koffie, thee enz. en twee bollantaarns. De laatste is tweemaal door een nieuwen koelie vervangen moeten worden, omdat de heeren het vrachtje te zwaar vonden. Als men nu nagaat, dat soms ook rijst moet worden meege nomen, dan zal een eenvoudige berekening wel leeren, dat er niet aan valt te te denken oefeningen van 3 a 4 weken te houden. Om dus oefeningen van langeren duur te kunnen houden, zou over ruimere fondsen moeten worden beschikt (bv. per 10 man 1 koelie). Dat deze meerdere gelden niet beschikbaar worden gesteld, zal wel zijn gegronde reden hebben, en zeer zeker moet elke uitgave van 't Gouvernement voor militaire doeleinden als regel een overwegend algemeen belang tot grondslag hebben. Is dit met de meerdaagsche oefeningen dan niet het geval? Volgens mijn meening is dit aan geen twijfel onderhevig en zullen weinig uitgaven meer in 't .algemeen belang zijn van onze bezittingen dan deze, want buiten het groote militaire nut hebben de meerdaagsche oefeningen er nog een van veel grooteren omvang, daar ze medewerken om de inlandsche bevolking te doen inzien, dat de militairen voor hen vrienden zijn. Menigeen zal evenals ik hebben waargenomen, als de troep bij oefeningen een kampong nadert die wat verder van het gar nizoen ligt, dat alle vrouwen en kinderen vluchten als hazen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 407