659
Het valt niet te ontkennen, dat kalibervermindering er wel
degelijk toe heeft bijgedragen om de stoppende kracht van het
projectiel in hooge mate te verminderen. De schok wordt niet
op een voldoend groot oppervlak toegebracht, al is het arbeids
vermogen der kleinstkaliber projectielen bij het treffen ook belang
rijk grooter dan bij oudere vuurwapens. Als voorbeeld diene de
ervaring door de Spanjaarden opgedaan op Cuba in hun strijd
tegen de opstandelingen, die meerendeels met groote kalibers
bewapend waren.
De gekwetsten der Spaansche troepen namen niet verder deel
aan het gevecht, terwijl gewonde Cubanen nog meestreden.
Als men evenwel nagaat, dat voor projectielen van resp. 18,
11, 8, 7, 6.5 en 6 m.M. het trefoppervlak bedraagt onderschei-
delijk 254, 95, 50, 38, 33 en 28 m.M2. zoodat dus wel het ver
schil tusschen een kogel van den voorlader en dien van de meest
gebruikelijke achterlaadgeweren groot is, daarentegen niet zoo
sterksprekend bij de opvolgend kleinere kalibers dan moet in
deze aangelegenheid nog een andere omstandigheid van groo-
ten invloed zijn. Inderdaad bleek in den slag va,n Adua (Maart
1896), dat het mantelprojectiel van de Yetterli-Vitali (10.4 m.M.)
belangrijk minder stoppende kracht had dan indertijd de gewone
looden kogel. Aan de mate van misvorming, welke het projectiel
bij treffen kan ondergaan, moet dus een belangrijk aandeel toe
gekend worden in de „man-stopping power".
De Engelsche soldaat wist zich te helpen, door aan de punt van
het projectiel den mantel af te schuren, op die wijze een kogel
verkrijgende, welke zich bij treffen misvormde, grootere wonden
sloeg en beter aan het doel beantwoordde, den aanvaller op de
plaats tot staan te brengen. Deze dum-dum projectielen werden
van regeeringswege verbeterd, en als mark IY kent men den
kogel met cylindrische uitholling aan de punt.
Hoe men evenwel in nog twee andere typen, met behoud van
het gronddenkbeeld, ook trachtte den kogel te verbeteren, de
schietuitkomsten werden er niet gunstiger op. Afstrooping van
den mantel en onregelmatige luchtweerstanden veroorzaakten
groote spreidingen.
Het moet dus als ondoenlijk beschouwd worden op deze wijze
grondige verbetering te verkrijgen van het wel en deugdelijk in