1049
Bij voorkeur worde nooit gerust bij keude's of bij bewoonde
buizen. Het rusten geschiedt op de plaats waar ieder staat bij
bet halthouden, of in een kring. Ieder houdt het geweer in de
hand.
Aanbevolen wordt bij patrouilles te rusten in hinderlaag.
Het uittreden geschiedt altijd zonder geweer.
g. Het aanhouden der bevolking en het nazien van passen. Die
aanroept moet steeds zijn geweer vaardig hebben. Hooit mag
■een gewapende die niet herkend is als een bevriend hoofd
•een troep op minder dan zes passen naderen. De wapens laat
men op den grond leggen.
Elk nazien van passen geschiedt terwijl de groep heeft halt
gehouden, dus het geweer vaardig of bij den voet heeft, doch
■steeds hebben twee manschappen naast den commandant, die
de passen naziet, de geweren vaardig.
Man voor man laat men voorkomen.
Hoofden of personen die men kent valle men niet lastig met
het nazien van passen.
Alle voorbijgangers worden goed in 't oog gehoudeneen goed
soldaat, die uitkijkt, weet reeds op 30 a 50 passen of zij al dan
niet verborgen wapens dragen.
h. Ontmoetingen met den vijand. Waar en wanneer ook, moe
ten de benden krachtig worden vervolgd, zonder de noodige voor
zichtigheid uit 't oogTtf verliezen.
Bij dit vervolgen denke men niet aan een nahollen, dat geen
resultaat heeft, den troep ongevechtvaardig maakt en gevaarlijk
'is bovendien, doch aan een zoo mogelijk bedekt volgen van
's vijands spoor, met energie doorgezet, zonder zich te laten
afschrikken door vrees voor verdwalen of de gedachte ,,'t is toch
nutteloos."
Zijn eenige leden der bende in onze handen gebleven, dan
worde altijd wanneer althans de vervolging van de bende of het
voldoen aan een dringende opdracht dit niet verhindert een
hinderlaag bij de verslagenen gelegd. Aan de bevolking worde
gelast de verslagenen te begraven.
i. Hinderlagen van den vijand en glewangaanvallen. Een gle-
wangaanval doet de vijand bijna nooit anders dan uit een hin
derlaag. En nu moge het waar zijn, dat meestal de hinder-