1051 zen lijdt. Op 't geroep van „Ampon" enz. mag niet worden ingegaan, dan nadat de wapenen zijn neergelegd, desnoods de armen in de hoogte zijn gestoken. Vooral zij men voorzichtig met lichamen die op den buik liggen, het hoofd gesteund door een arm, de andere arm onder het lichaam verborgen. Bijna al tijd blijkt zoo'n doodgewaande een springlevende of lichtge wonde te zijn, die de kans slechts afwacht om op te springen en slachtoffers te maken. Het is overbodig te zeggen, dat tegen mishandelingen van gewonden bij het gevangennemen of tegen het verminken van lijken met alle gestrengheid gewaakt moet worden. Zijn vrouwen of kinderen gewond, dan worden zij verbonden en aan de bevolking overgegeven. k. Het doorzoeken en omsingelen van huizen. Het omsingelen van huizen moet snel en geluidloos geschieden. Daartoe behoort veel oefening, zoowel van den groepscomman dant om met éen wenk zijne bedoeling duidelijk te maken, als van de groep om de korte aanwijzing van den groepscomman dant onmiddellijk en goed uit te voeren. Bij groote huizen en weinig manschappen moet niet ge- flambouw. tracht worden het huis te omsin- -- 1/3 groep gelen, doch alleen het huis af te sluiten. Een plaatsing zooals hierne- ven aangegeven is dan verkies lijk, mits goed wordt uitgekeken. Ook de omsingelingen man naast man en onder het huis enz., moeten een enkele maal bij dag beoefend worden, om de man schappen te wijzen op de richtingen, waarin wel en waarin niet gevuurd mag worden. Zijn bewoners in een huis dat omsingeld wordt, dan worden dezen gelast 0111 ongewapend beneden te komen. Wanneer de minste vijandelijkheid wordt ondervonden, wordt met doortas tende maatregelen daaraan een einde gemaakt. Het binnengaan van huizen geschiedt niet dan nadat de zij- Vs groep V3 groep.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 437