1054 den en elk taschje, elke hoofddoek worden nagezien. De klein ste, onoogelijkste vodjes, zelfs stukjes papier, niet geheel ver brand, die dienden als proppen op de donderbussen, kunnen voor den civielen gezaghebber zeer veel waarde hebben. Ook wordt hierbij de aandacht gevestigd op de noodzakelijkheid, dat de commandanten onder geen enkel voorwendsel van deze buit gemaakte papieren, aan wien ook, inzage geven, maar deze zoo spoedig mogelijk opzenden. o. Het vernielen van huizenvruchtboomen enz. Geen enkel huis mag afgebroken worden, onder welk voorwendsel ook; wanneer 't niet beslist noodig is, mogen geen atappen afgeno men worden. Vruchtboomen mogen nooit geveld worden, en onder vrucht boomen zijn ook klapperboomen begrepen, hetgeen wel eens over het hoofd wordt gezien. Ook het verbranden van ladangs, op plaatsen waar het gezond verstand had moeten aangeven, dat deze noodzakelijk waren voor het onderhoud, heeft meermalen onnoodig haat en -wrok verwekt. Het verbranden der ladangs moet ten doel hebben om de bevolking die gevlucht is te dwin gen terug te keeren naar de gampongs. Derhalve mogen alleen de ladangs in het gebergte—niet onmiddellijk langs de hoofdri vieren—die blijkbaar door uitgewekenen zijn gemaakt en waar van de bevolking vlucht, worden verbrand. III. Bemoeienissen met het civiel bestuur. a. Algemeen beginsel. De bivakcommandanten hebben hunne militaire opdrachtenvan eik ingrijpen in civiele aangelegenhe den hebben zij zich te onthouden. Elke civiele kwestie wordt naar den civielen gezaghebber verwezen. Vergunning tot het dragen van wapenen geeft alleen de ci viele gezaghebber. Boeten worden opgelegd voor 't dragen van wapenen en bij 't zoek maken van gampongpassen. Deze boeten worden vooraf door den civielen gezaghebber bepaald. Worden enkele personen van 't een of ander vergrijp beschul digd, dan beoordeelt de bivakcommandant of 't noodig is die personen in arrest te stellen. Is 't aan te nemen, dat de be schuldigde niet zal vluchten, dan wacht hij daarmede liever tot de civiele gezaghebber ter plaatse komt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 440