1067
Wat de eischen betreft die voor eiken rang gesteld dienen te
worden, kan het onmogelijk geacht worden deze volkomen juist
en gedetailleerd te formuleeren. De vereischte hoeveelheid vak
kennis is slechts in groote trekken te omschrijven, de noodige
algemeene ontwikkeling is nog moeilijker juist aan te geven,
terwijl karakter, beschaving, ijver, practische geschiktheid enz.,
begrippen zijn, die zich voor eene nauwkeurige omschrijving even
min leenen. Toch zal het wellicht nuttig zijn voor de militaire
kennis die vereischt wordt grenzen te stellen, alleen om tegen
overdrijving aan die zijde te kunnen waken.
Overigens zal het een werkelijk goed chef niet moeilijk vallen
voor de te beoordeelen algemeene ontwikkeling en de karakter
eigenschappen eischen te stellen, die rekening houden met het
hooge moreele en intellectueele standpunt dat de officier, zoowel
in het leger als in de maatschappij, steeds behoort in te nemen.
Bedrevenheid in het practisch toepassen van de militaire weten
schappen, een scherpe tactische blik die eene juiste waardeering
van momenteele gevechtstoestanden waarborgt, het met voort
varendheid (niet te verwarren met onbezonnenheid) nemen van
eene beslissing en het geven van doelmatige bevelen zijn ver-
eischten, die door een goed chef eveneens gemakkelijk bij de
oefeningen in het terrein beoordeeld kunnen worden.
De geweldige vooruitgang, die in de laatste tientallen van jaren
op militair wetenschappelijk gebied valt te constateeren, en de
daarmee gepaard gaande verhooging van het intellectueel en
moreel gehalte van ons officierskorps geven het recht de eischen
hooger te stellen dan tot heden het geval was, en vooral om
gestrenge toepassing daarvan te vorderen.
Vooral bij de beoordeeling van kapiteins is een streng vast
houden aan de gestelde eischen noodig, daar het toelaten tot den
rang van hoofdofficier van hen die niet in alle opzichten be
rekend blijken voor de taak die hun, vooral als troepenaanvoerder
en leider van officieren, wacht noodzakelijk tot zeer ongunstige
resultaten moet leiden. Reeds bij de behandeling in de Tweede Ka
mer van het Ontwerp van Wet op de bevordering enz. in Neder
land in 1851 werd in de memorie van toelichting gezegd:
„De betrekking van hoofdofficier bij het leger is over 'talgemeen
„van dien aard en van dat gewicht, dat in de keuze daartoe