1068 „met niet te veel omzichtigheid kan worden te werk gegaan." „Is het vasthouden aan dat beginsel in het algemeen nood zakelijk, de strenge toepassing van hetzelve wordt echter vooral „gevorderd bij de eerste benoeming tot hoofdofficier." „Een kapitein of ritmeester toch kan in die betrekking zeer „geschikt zijn en daarin goede diensten bewijzen, zonder daar- „om nog de vereischte bekwaamheden en den tact te bezitten, „welke in den hoofdofficier behooren te worden aangetroffen." „De ondervinding heeft zulks voldingend bewezen en het hooge „belang aangetoond dat er in gelegen is om de leiding van troepen- gedeelten alleen aan de zoodanigen toe te vertrouwen, die geacht „kunnen worden voor die taak in alle opzichten berekend te „zijn." Deze woorden hebben bij elk toe te passen bevorderingsstelsel ook thans nog hun volle kracht behouden. Bij de toekomstige hoofdofficieren moet ook in de eerste plaats op het karakter gelet, en moeten daaraan hooge eischen gesteld worden, daar vorming van het karakter juist voor troepenlei ders van het hoogste gewicht is. Een behoorlijke dosis vakken nis en algemeene ontwikkeling, gepaard aan bedrevenheid in het toepassen dezer kennis in de practijk, geven slechts wanneer zij geleid worden door een goed karakter voldoenden waarborg, dat ook in moeilijke omstandigheden het doel bereikt zal wor den. Het zijn vooral de karaktereigenschappen van den aan voerder, die de ondergeschikten in hem het volste vertrouwen doen stellen, die hen dwingen in gevaarvolle oogenblikken aan zijne bevelen zonder dralen te gehoorzamen, overtuigd als ze zijn dat hij hen niet noodeloos aan gevaar zal blootstellen. Bij de beoordeeling van jonge luitenants mag een gelijke ge strengheid als bij kapiteins en hoofdofficieren niet betracht wor den hen moet men steeds beschouwen als nog in de leerjaren te zijn, bij hen is vorming en leiding hoofdzaak; het resultaat daarvan zal eerst in later jaren blijken. Omtrent de opleiding van officieren kan ik nu kort zijn, eens deels omdat boven reeds in algemeenen zin werd aangegeven welke richting daarbij gevolgd behoort te worden en anderdeels omdat het onderwerp „over de leiding van jonge officieren", en daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 454