1093
we] de beoordeelaar als de beoordeelde het gewicht er van be
seffen, en gaandeweg leeren inzien, de eerste hoe voorzichtig hij
met zijn wantrouwen de controle moet omgaan, de tweede
hoe naarstig hij er naar dient te streven, het volle vertrouwen
van zijn chef waardig te blijven.
Het is onze innige overtuiging, dat slechts een zeer klein getal
officieren zoodanig slecht zijn plicht betracht, dat hierover con
trole moet worden uitgeoefend. Dit wil evenwel niet zeggen,
dat naar ons oordeel elk toezicht van den chef moet of mag ont
breken. Het belang van den dienst behoort alles te beheerschen,
en wanneer dit een ingrijpen van den chef medebrengt, dan
mag deze zich niet laten weerhouden door de overweging, dat
dit alsdan op controle zou gaan gelijken als zooeven bedoeld.
Het is heel moeielijk een juiste definitie van dit woord te geven,
maar de beteekenis die wij er hier aan hechten is: het nagaan
van iemand, jegens wien men een gewettigd vermoeden koes
tert, dat hij willens en loetens zijne plichten veronachtzaamt. De
grootere en kleinere gebreken van den wil, voortvloeiende uit
individueele neigingen of hartstochten, mogen, hoewel zij de tucht
middelen noodig maken, niet beschouwd worden als zoovele
motieven, die eene contröleaanwending, in den zin als wij be
doelen, wettigen. Er moet opzet, en nog wel een berekenend
opzet geconstateerd kunnen worden, wil men van een officier
kunnen zeggen dat hij zonder controle niet dienen kan. En dit
opzet zal zich zelfs niet alleen mogen bepalen tot enkele op zich
zelf staande gevallen, maar moet zijn gebleken uit het gansche
optreden van den beoordeelde, terwijl het oordeel van den chef,
dat zijne controle onvermijdelijk noodzakelijk is, zich moet gron
den op de ernstig verkregen overtuiging, dat zijne leiding reeds
al het mogelijke deed, en deze dus voorloopig niets meer uit
richten kan.
Hiermede hebben we naar ons gevoelen de controle gezet op
de plaats, die zij in de rij der middelen, om een goeden en gere-
gelden gang van den dienst te waarborgen, moet innemen. Vooral
zij behoort met oordeel te worden toegepast, al was het alleen,
omdat met haar ook het regeeren uitsluitend door dwang en straf
een vereischte geworden is. Wij hebben reeds als onze meening
te kennen gegeven, dat een officier, die ten aanzien van zijne
Dl. IX, 1904. 73