1096
daad kort kan zijn, omdat naar ons gevoelen een hoofdofficier-
niet meer zoo in het bijzonder gepeild behoeft te worden in
de richting door ons voor subalterne rangen noodig geacht.
Indien zijne vroegere beoordeelingslijsten steeds bij de andere
geheime bescheiden te vinden zijn, dus altijd ter beschikking
staan van den chef, behoeft deze zeker niet in het duister
rond te tasten, wanneer hij het nuttig acht, voor het vor
men van een volledig oordeel, ook naar de individualiteit of
het denk-, gevoel- en wilvermogen te informeeren. Om de ge
schiktheid te bepalen van hoofdofficieren, heeft de Afdeelings-
commandant naar onze meening meer in het bijzonder op-
slechts twee zaken zijne aandacht te vestigen. Een van deze
twee, nl. de geschiktheid als leider zijner onderhebbende officieren
hebben we reeds zooeven genoemd, wijl we haar ook voor de
juiste beoordeeling van kapiteins noodig verklaarden; de andere,,
meer allesbeheerschende factor waarmede rekening te houden
valt, is verder: De geschiktheid als trocpenaanvoerder. Alleen
de aanhouding van deze beide rubrieken moet van den Afdeelings-
commandant worden verlangd, en, om van eene richtige invulling
hiervan verzekerd te blijven, moet deze weer op zijn beurt worden
beoordeeld naar zijne gaven als leider en opvoeder van aanvoerders.
Het spreekt vanzelf dat de beoordeelingslijsten, zooals wij
die boven wenschen, nog onvolledig blijven, zoolang hierin geen
melding gemaakt wordt van het physiek en wat daarmede in
verband staat. Het komt ons evenwel overbodig voor om alle
daaromtrent bestaande bepalingen te blijven handhaven. Zoo o.m.
het bekend stellen van het „militair voorkomen." Ons dunkt
dat de geneeskundige keuring, die elk officier minstens eens heeft
ondergaan, voldoende waarborgen biedt voor een behoorlijk „goed"
voorkomen, en men dus nader omschreven definities best kan
missen. Het andere deel van rubriek 6 van het thans gevolgde
model zou ook in onze lijsten moeten voorkomen, d.i. De physieke
geschiktheid voor den dienst in het algemeen en voor dien te velde
in het bijzonder, benevensPaardrijden. Dit laatste echter achten
we naar de tegenwoordige eischen wel wat kleurloos behandeld.
De verspreide gevechtswijze dwingt tot uitgebreide en ver van
elkaar opgeloste troepenafdeelingen in geaccidenteerde terreinen,