1105
betrekkelijk dit misdrijf; onder het hoofd „Insubordinatie door
woorden", alle daarvoor in aanmerking komende bijzondere uit
drukkingen door de jurisprudentie gekenmerkt als de eer en
kieschheid aantastende.
Wat de gegevens zelve betreft, deze zouden ontleend kunnen
worden aan het bovengenoemde rechtskundig tijdschrift, waar
toe de redacteur naar alle waarschijnlijkheid wel zijne toestem
ming zal geven, terwijl men zich voor de latere uitgaven zoude
kunnen wenden tot het Hoog Militair Gerechtshof of den Ad
vocaat-fiscaal.
Het bovenstaande geef ik gaarne ter overweging.
J. H. C. Munter.
Koeta RadjaAugustus 1904.