"V -A. IR I -A.. 4 TvocpBiwcfplowing op het Oost^-Aziütisch oovlocjstooTieel. In No. 7 der Neue Mil. Blatter zijn eenige gegevens omtrent de ver pleging der Russische en Japansche troepen vermeld, waaraan het volgende wordt ontleend Aan Russische zijde werden kort voor het uitbreken van den oorlog de bepalingen omtrent het medevoeren van verplegingsmiddelen herzien en daarbij vastgesteld, dat de infanterie, de veldartillerie en de genietroepen zullen medevoeren: beschuit, gort, zout, thee en suiker voor9 dagen groentenconserven voor9 vleeschconserven voor2 Hiervan heeft de man bij zich in den ransel: 1 rantsoen vleesch conserven en 3 rantsoenen beschuit, zout, groentenconserven, thee en suiker. Al het overige wordt medegevoerd bij den divisie-verplegingstrein. Yoor de cavalerie en de rijdende artillerie wordt gerekend op: beschuit, gort, zout, thee en suiker voor5 dagen. groentenconserven voor3 vleeschconserven voor1 dag. en is voorts bepaald, dat elk ruiter voor 3 dagen haver mede moet •voeren. De compagnieën, eskadrons en batterijen zijn uitgerust met veldkeukens. Alle vierradige voertuigen bij den trein zijn vervangen door karren met 2 paarden. Bij de Japanners zijn, zooals bekend, de verplegingsbehoeften zeer een voudig. Rijst en visch vormen daarbij het hoofdbestanddeel. Het lastige vraagstuk der broodvoorziening te velde bestaat voor hen niet. In kleine linnen zakjes verpakt, draagt elk soldaat in zijn aliminium kookketeltje 2 gekookte en 6 reserve-rij strantsoenen bij zich. Dagelijks worden hem verder 0.2 K.G. gezouten of 0.3 K G. gedroogde visch verstrekt. Yersch vleesch wordt slechts bij uitzondering en alsdan tot een hoeveelheid van 0.47 K.G. verstrekt. Geconserveerd vleesch wordt eveneens weinig ge geven; de man draagt daarvan 1 rantsoen in den ransel. Voorts krijgt elk man dagelijks:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 506