1121
thee15 gram
zout30 en nu en dan
suiker30
Indien rijstwijn verstrekt wordt, bedraagt het rantsoen 1/5 liter per
hoofd. De dagelijksche fouragerantsoenen worden bij de Japanners al
even zuinig toegemeten, nl. 3.5 K.&. haver, en hooi en stroo elk 2 K.G.;.
bij de Russen bedragen deze rations resp. 4.5 K.G. en 6 K.G.
Het Japansche veld- en berg geschut.
Betreffende het geschutmaterieel der Japansche bereden artillerie, waar
van tot nog toe slechts zeer algemeene gegevens bekend waren, worden
in het Septembernummer der „Jahrbücher für die deutsche Armee und
Marine" eenige nadere opgaven verstrekt, welke ons in staat stellen van
dit zeer eigenaardig geschuttype een beeld te vormen. Bedoelde opgaven
werden ontleend aan de „Revista di artiglieria e genio" en behelzen in-
hoofdzaak het volgende.
Het Japansche veldgeschut, stelsel-Arisaka, past zich door zijn geringe-
vuurhoogte, kleine spoorbreedte, gering gewicht en de daaruit voort
vloeiende groote beweeglijkheid bijzonder goed aan de kenmerkende eigen
schappen van land en volk aan. Het werd eenige jaren geleden volgens
ontwerpteekeningen van generaal Arisaka bij de firma Krupp te Essen
onder toezicht van Japansche officieren vervaardigd.
Het stelsel Arisaka behoort niet tot het kanonterugloop-type. De terug
loop van de affuit wordt door een eigenaardig ingerichte reminrichting
opgeheven, welke als volgt is samengesteld. Aan elk rad bevindt zich
een rad-remschop, waaraan een remtouw is bevestigd, dat om de affuitas
wordt geslagen en met het andere einde verbonden is aan een in den
affuitstaart aangebrachten remcylinder. Bij het afgaan van het schot
loopen de raden op de rad-remschoppen en drukken deze in den grond.
Tegelijkertijd worden door den remcylinder de remtouwen aangetrokken
en do remschoppen tegen de raden gedrukt, zoodat de terugloop wordt
uitgeput. Door het ontspannen van den remcylinder krijgt de affuit een
kleine voorwaartsche beweging, waardoor zij weder op haar plaats terug
komt. Volgens eene mededeeling in Streflleur's Oesterr. Mil. Zeitsch.
1904 zoude deze reminrichting het nadeel aankleven, dat zich de affuit
raden bij weeke bodemgesteldheid te diep in den grond graven, en daar
door de bediening van het geschut, en wel bepaaldelijk het geven van de
zijdelingsche richting, bemoeilijkt wordt.
Als een bijzonderheid van het stelsel Arisaka dient voorts vermeld,
dat de as der kanontappen gelegen is in de affuitas, zoodat de vuur
hoogte niet meer dan de halve middellijn der affuitraden bedraagt. De
schroefsluiting wijkt mede van de gewone inrichting af, doordat het sluit-