1123
met het afnemen van 12 deelen worden volstaan, welke handeling in
minder dan cén minuut kan worden uitgevoerd.
De loopafkoeling heeft plaats door middel van een watermantel. De
lading geschiedt met patroonbanden van 250 patronen, welke opgerold in
patroonkistjes worden meegevoerd.
In uiterlijken vorm komt het Bergmann-machinegeweer veel overeen
met het Maxim-geweer.
Ter vergelijking met de in het verslag der Indische mitrailleurcommis
sie vermelde gegevens betreffende de in Indië beproefde stelsels nemen
wij de onderstaande gegevens over
Lengte van het machinegeweer1080 m.M.
Kaliber8
Gewicht van het machinegeweer20 K.G.
van het water in den mantel6
van een gevulden patroonband a 250 patronen. 8.45
van een ledigen patroonband1.65
van een patroonkistje met gevulden band. 10.95
Lengte van den dichtgeslagen drievoet1.18 M.
der sledeaffuit (dichtgeslagen)1.30 M.
Gewicht van de drievoetaffuit22 K.G.
van de sledeaffuit48 K.G.
Negatieven. (Hier wordt geen bijzonder persoon uitgebeeldmaar een type.)
Kapitein B. muntte niet uit door groote vakkennis en algemeene ont
wikkeling, door zijn tact, door buitengewone voortvarendheid en onver
schrokkenheid te velde, door zijn beslist, energiek karakter of bijzonder
sterk lichaamsgestel, maar hij bezat vele eigenschappen, die hoewel ne
gatief hem de geschiktheid voor den hoofdofficiersrang deden verwerven.
B. had een vriend op Batavia eerste dier eigenschappen die hem
eene plaatsing bezorgde in een zacht klimaat, vrij van „aan den tand
voelerij"; hij deed behoorlijk zijn dienst en blaakte van ijver in het bijzijn
van den chef; hij was bijzonder hartelijk, zijn huis was de zoete inval; hij
gaf dineetjes en aan zijne vrouw, die zich beklaagde, verklaarde hij dat
de winst den inzet wel waard was; hij was zeer intiem met den majoor,
zijne vrouw met de majoorsche en deze laatste ging mevrouw B. als haar
adjudante beschouwen en behandelenhij reed paard op een heel mak,
goedig paard zielig om te zien in draf in het gezicht van een chef en
overal elders in staphetgeen volgens B. een der natuurlijke gangen was,
die van ruiter en paard de minste inspanning vergdenhij was joviaal,
kameraadschappelijk en welwillend voor den luitenant-adjudant in het
bijzonder, die zich dientengevolge tot een halven korpscommandant opblies»
en voor zijne officieren eveneens, behalve onder vier oogen bij zijn chef,