BEGROOTING VAN NEDERLANDSCH-INDIË VOOR HET DIENSTJAAR 1905. KONINKLIJKE BOODSCHAP. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Mijne Heeren! "Wij bieden U hiernevens ter overweging aan vier ontwerpen van wet tot vaststelling van de begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienst jaar 1905; een ontwerp van wet tot verhooging der begrooting van uitgaven van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1905; en een ontwerp van wet tot wijziging der begrooting van Nederlandsch- Indië voor het dienstjaar 1905. De toelichtende memorie (en bijlagen), die de wetsontwerpen vergezel^ bevat de gronden waarop zij rusten. En hiermede, Mijne Heeren, bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. Het Loo, den 16 September 1904. WlLHELMINA. HOOFDSTUK I. (UITGAVEN IN NEDERLAND.) Ontwerp van wet. Wij WlLHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat volgens artikel 2 der Indische Comptabiliteitswet (Staatsblad 1895 n°. 145 en 1908 n°. 172) de begrooting van Nederlandsch-Indië jaarlijks bij afzonderlijke wet of wet ten moet worden vastgesteld Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. Het 1ste hoofdstuk der begrooting van uitgaven van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1905, betreffende de uitgaven in Nederlandwordt vastgesteld als volgt Dl. II, 1904. 75

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 511