1138
Yerder ia in een afzonderlijk onderdeel 123, d. een bedrag van f 3000
uitgetrokken voor de toekenning van toelagen aan jongelieden van Euro-
peesche afkomst, die in werkplaatsen of inrichtingen van het leger opgeleid
worden tot ambachts- of handwerkslieden, en aan met die opleiding belaste
personen. Hiervoor verwijzende naar hetgeen daaromtrent voorkomt in
de laatste alinea der mededeelingen, betreffende het militair onderwijs in
hoofdstuk D 1 van het Koloniaal Yerslag van 1903 (kolom 114—115),
doet de ondergeteekende nog opmerken dat de genomen proef een gevolg
is van het streven der Indische regeering om het toenemende pauperisme
onder de Europeanen in Indië met alle ten dienste staande middelen zoo
veel mogelijk te beteugelen, den bekenden tegenzin van Europeanen voor
'handenarbeid zoo mogelijk te overwinnen, en te trachten, eene Europeesche
arbeidersklasse in Indië in het leven te roepen. 1)
1) Wegens de late ontvangst van de betrekkelijke stukken kan de uitgewerkte en
toelichtende staat der begrooting voor 1905 eerst in aflevering 12 van dezen jaargang
^worden opgenomen.
Red.
