1143 van Piroe de gebruikelijke toelage niet uitgetrokken. Men kan zich den chaos bij een zoodanige vestiging levendig voorstellen. Met groote inspanning moest worden doorgewerkt om het kam pement zoo spoedig mogelijk op te zetten (rondhouten en ruwe planken koud op elkaar geplaatst met atap dak). De gezondheids toestand leed hier blijkbaar door. Bijzonder hooge koortsen, ech ter met gunstig verloop, kwamen veel voor, evenals beri-beri. Bij de eerste patrouille in Mei langs de kust (ter beslechting van een grenskwestie met Wahaai) was 57 van het patrouille-detache ment onslagvaardig. Dit maakte het wenschelijk de bouwwerk zaamheden van tijd tot tijd te onderbreken met eenige oefeningen, terwijl voortaan maar van 6—11 's morgens werd gewerkt. In Juni had de tweede patrouille plaats. De Alfoersche negorij Hoenitetoe nl. had rondom de strandnegorijen Hatoesoea, Kai- ratoe en Kemarian in grooten getale springlansen geplant. Met welk doel was duidelijk. Het heette, dat ze geplant werden voor -de jacht, doch den kustbewoners werd daarmede den weg afge sloten naar hunne tuinen. Trekken nu de strandbewoners deze pijlen uit, dan hebben de Alfoeren een gereede aanleiding om die negorij te straffen of om boete van hen te vorderen. Om dit te voorkomen besloot de civiele gezaghebber met een patrouille daar heen te gaan en zelf de springlansen te laten uittrekken, hetgeen ■ook geschiedde. Om de negorij Hatoesoea alleen werden toen 220 pijlen vernield. Daarna werd de tocht voortgezet en de Al foersche negorijen Lohia en Pmemberoe bezocht. De gezondheids toestand was, ook door de meerdere aandacht die langzamer hand aan de voeding kon worden gewijd (op Piroe zelf is absoluut niets te krijgen, zelfs geen lombok), aanmerkelijk verbeterd. Aangezien de regentijd hier in het najaar begint en de troep dan door de voortdurende en hevige slagregens tot werkeloos heid is gedoemd, werd den 20en Juli wederom een patrouille gemaakt, ditmaal naar Hoenitetoe. Daar er kans was dat er gevochten zou worden, zond de militaire commandant van Am- boina eene versterking van 2 officieren en 30 bajonetten. Dank zij het beleid en de welsprekendheid van den civielen gezag hebber liep deze tocht zonder schieten af. De Alfoeren van Hoenitetoe beloofden voortaan hunne geschillen voor het bestuur te brengen en niet meer eigenmachtig op te treden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 529