1152
wierpen en woest terugvuurden. Daarna renden zij onder schrik
kelijk gebrul de bosschen in om den vijand te snellen. Ondanks
het netelige van den toestand, moesten wij toch lachen om het
idee van een vechtenden trein. Eindelijk, na veel moeite, konden
wij schermutselende weer voorwaarts gaan, echter niet lang,
want om 10 uur reeds kreeg een marinier een schot uit een
bamboestoel, dat hem aan arm en been verwondde. Ook deze
moest dus gedragen worden. Het pad werd hoe langer hoe stei
ler en slechter, en toen wij na heel veel gesukkel te 12 uur een
top bereikt hadden, waren wij naar schatting nog slechts 3/4
uur gaans van het bivak verwijderd. Op dit punt gekomen,
kwamen de gezamenlijke hoofden ons melden, dat zij niet meer
instonden voor hun volk, en drukte de patih van Lisabata zijn
vrees uit, dat de koelies van Wakollo, die hier in het terrein
bekend waren, 's nachts zouden wegloopeu. De commandant van
•den achtertroep rapporteerde, dat vele vivres door de koelies
waren weggeworpen, waardoor wij nog slechts ternauwernood
genoeg zouden hebben voor 2 dagen, terwijl de dokter verklaar
de, dat, indien de gewonden nog een paar dagen zoo gedragen
moesten worden, de luit. Dumbar zeker het leven er bij in zou
•schieten. Wat gaf het of wij Neniari bereikten. Waren de koe
lies al niet weggeloopen, onze vivres waren wij zeker kwijt.
Van de N. kust waren wij dan 3 dagmarschen verwijderd, van
■de Z. kust 4 a 5 dagen.
Hoe hard het ons ook viel, tot den terugtocht moest besloten
worden.
In omgekeerde volgorde ging het nu terug naar ons nacht
bivak. Steeds schermutselende kwamen wij om 3 uur ter plaatse
aan. Of de vijand verliezen geleden had, was niet bekend.
Evenals de vorige dagen toch was hij geheel onzichtbaar ge
bleven. Wij hoorden enkele geweren ketsen, wij hoorden de Alfoe-
ren laden, wij zagen den rook op 10 pas afstand, zoodat er ook
soms met de revolver op geschoten werd, doch zien, geen sprake
van. De omstandigheden vertoonen dus merkwaardig veel over
eenkomst met die in de Z. en O. Afd. van Borneo. Alleen is het
terrein hier door zijne steile berghellingen en diepe ravijnen zoo
mogelijk nog moeilijker.
In het bivak gekomen, werden de gewonden dadelijk onder-