11:53 zocht, en waar de kogels oppervlakkig zaten deze verwijderd- Het bleek toen, dat luit. t/z Dumbar dwars door den longtop' geschoten was, en dat de vijand niet alleen met bekapt looden kogels, maar ook met loopers, koraalsteenen en spijkers schoot. Een hinderlaag werd nog uitgezet, doch door te vroeg schie ten had zij niet dat resultaat, dat zij anders gehad zou hebben. 14 September.Er zou nu getracht worden over Wakollo de Noordkust te bereiken. Te 6.50 v.m. begon de afmarsch. Het bosch was nu goed bezet. Eeeds spoedig werd de gids, die nu meer voorop liep, zwaar gewond door een schot in de borst. Opmerkelijk was het te zien, hoe dit „oermensch" eenvoudig aan den kant van het pad ging zitten en een stuk suikerriet at totdat hij verbonden was, en hoe hij daarna nog 2 dagen meegeloopen heeft, bijna zonder hulp, over het uiterst moeilijke voetpad. Nu en dan vurende,, ten einde het terrein zoo mogelijk schoon te vegen, trokken wij weer voorwaarts. Om 8 uur kreeg de inlandsche fuselier Werios- tiko, Alg. Stb. No. 32692, van de spits op eenige passen afstand een schot in den rechter elleboog, dat het been verbrijzelde. Hoe onduldbaar zijne pijnen ook waren, deze fuselier begreep dat hij door zich te laten dragen den marsch aanmerkelijk zou vertragenhij verbeet zijn pijnen en liep daarna nog 2 dagen door, af en toe gesteund, totdat hij te Wakollo aangekomen van uitputting in elkaar zakte. Een mooi voorbeeld van zelf opoffering en soldatenmoed Te 9.30 werd de voortroep hevig beschoten. De spits trachtte zoo snel mogelijk vooruit te komen, om den vijand aan het kleed te kunnen komen, doch de spitscommandant, de Europeesche sergeant Siegers, Alg. Stb. No. 46036, alsmede een inlandsch in fanterist le klasse werden al dadelijk getroffen, de eerste in de keel, de tweede in arm en schouder. De vijand week echter. De sergeant trachtte nog mee te loopen na verbonden te zijn, doch door veel bloedverlies was het hem niet mogelijk en moest hij in de laatste tandoe gedragen worden. Gedurende het verbinden werd nog een koelie vrij ernstig aan het hoofd verwond. Voor het vervoer van de 4 tandoes hadden wij ongeveer 40 koelies noodig, zoodat de colonne slechts uiterst moeilijk en langzaam vooruit kwam. De colonnecommandant besloot daarop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 539