1154
zoo mogelijk verdere gevechten te ontwijken. Het geluk diende
ons ditmaal. Een voetpad werd gevonden, waarvan niemand
wist waarheen het leidde. Een patrouille werd uitgezonden om
het pad te verkennennaar het beloop te oordeelen volgde het
den kam van het gebergte in N. W. richting, waarop de comman
dant besloot met de geheele colonne te volgen. Na eenigen tijd
geloopen te hebben, zeide een der koelies, dat hij het pad kende
en dat het naar Wakollo voerde.
Het is verder niet noodig de vele en buitengewone moeilijk
heden te beschrijven, waarmede de colonne en vooral de tan.
does te kampen hadden. De marschrichting bleef N. W. en het
pad steeds stijgende. De achterhoede vuurde op eenige vijan
den die ons wilden achtervolgen en had daarbij blijkbaar succès?
daar vanaf dat oogenblik niet meer geschoten werd.
Om 5 uur n.m. kwam de colonne op den top van den Topo
Masolinoi 1220 M.). Ofschoon hier geen water was, werd op
dit punt overnacht, om de gewonden rust te gunnen. Dat het
's nachts verbazend koud was, zoodat bijna niemand geslapen
had, laat zich begrijpen.
15 September.— Te 6.30 van. afgemarcheerd, daalden wij af
in N. richting. Te 9 uur kwamen wij aan een klein watertje
op 790 M. hoogte en werd rust gehouden. De gewonden leden
zeer door 't voortdurend schuren tegen de rotsblokken. Het
ging nu verder steil bergop en bergaf, totdat wij te 1.30 n.m.
Wakollo bereikten 400 M.), alwaar de witte vlag woei en wij
zeer vriendelijk werden ontvangen. Nadat een draagbaar voor
den in den elleboog gewonden fuselier gemaakt was, werd de
marsch voortgezet en om 4.30 n.m. werd Lisabata aan de N. kust
bereikt. De vivres waren reeds op, gelukkig kon ter plaatse
wat rijst ingekocht worden.
Hr. Ms. „Ceram," die te Piroe lag en inmiddels gewaarschuwd
was, kwam den 18en te 12 uur aan. De troep werd ingescheept
en den 19en waren wij weer te Piroe terug. Wij vernamen,
dat de commandant van Hr. Ms. „Ceram", de luitenant t/z 2e
klasse M. Wijt, den luitenant t/z 2e kl. Heilbron met een twin
tigtal matrozen en fuseliers van de op den post achtergebleven
manschappen naar Moerikaoe had gezonden om vivres op te voe
ren. Het plan toch was aanvankelijk geweest over Roemah Soal