11-55 de Z. kust te trachten te bereiken. De radja van Eti zou voor dat doel 3 dagen vivres opvoeren, doch na een dag te zijn weg geweest keerde hij terug. Het was naar aanleiding hiervan dat de luitenant t/z Heilbron naar Moerikaoe gezonden werd. De heer Wijt ondernam het toen, om zonder officieren en met de helft der bemanning ons te ko men halen, 't geen een fraai staaltje van zeemanschap en goede samenwerking mag genoemd worden. De verliezen van den vijand bleven eerst onbekend, doch uit betrouwbare berichten van Boeria bleek, dat van Roemah Soal gedood werden1 alamanan en 3 Alfoeren en gewond 1 alama- nan en 10 Alfoeren. Aan onze zijde hadden wij 18 gewonden gekregen, terwijl 1 patroontasch, 1 geweer en 3 bajonetten stuk geschoten waren. Verschoten werden 4370 geweer-en 10 revol verpatronen. Hebben wij boven reeds aangetoond, dat het terrein, wat be groeidheid betreft, overeenkomt met dat van de Z. en O. Afd. van Borneo, de tactiek van den Alfoer gelijkt evenzeer op die van den Dajak. Op vlak en open terrein durft hij zich niet vertoonenhij zoekt zijn kracht in de bergen, met hunne steile, dichtbegroeide hellingen en ravijnen, en hun kronkelende paden, waar men slechts met- éénen kan marcheeren. De Alfoer en-pad en volgen öf de berghellingen öf loopen over ■scherpe berggraten. Om zich nog beter onzichtbaar te maken, steken de inboorlingen bladeren en takken in hun hoofdhaar ■en armbanden. De Alfoer stelt zich meestal geheel gedekt op aan den rand van eene aardstorting, liefst bij een kromming van den weg. Ontwaart hij den vijand, dan schiet hij zijn geweer af en laat zich dan pijlsnel in het ravijn zakken, waar hij voor een ieders oog verborgen is. Heeft hij den tijd daartoe, dan verspert hij te voren den weg, hetzij met randjoes en springlansen, hetzij door omgekapte boomen. Van den vijand achterhalen is geen sprake. Het is ongelooflijk zoo snel als een Alfoer kan loopen. Voorgekomen is het, dat een tocht van 2| dagmarsch door hem in één dag werd afgelegd. Gedurende den geheelen tocht hebben wij geen enkelen vijand gezien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 541