1156 Wil de Regeering aan den onrustigen toestand op Ceram voor goed een einde maken, dan is het ontwapenen van de bewoners een vereischte. Bij de strandbevolking zal dit wel geen moeilijk heid opleveren, doch billijkheidshalve zou voor ieder ingeleverd geweer eene schadeloosstelling gegeven moeten worden. Bij de registratie van de geweren der kustbewoners, die echter op lange na niet voltooid is, kwamen wij reeds tot het getal 750. Alle geweren zijn trompladers, percussie- en vuursteengeweren. Bijna iedere Alfoer is in het bezit van zulk een vuurwapen. Kruit, kogels en percussions krijgt hij van de smokkelaars van Amboina, in ruil voor damar en hertehoorns. Om de ontwapening van het binnenland te volvoeren staan o.i. twee wegen open, nl. 1. het ondernemen eener expeditie tegen Ceram; 2. blokkade. Om dezelfde redenen als in het I. M. T. no. 9 reeds door den kapitein Dumont werden ontvouwd zou men ook hier hulptroepen moeten gebruiken, en dan zijn het best hiervoor te gebruiken de Ternatanen (vroegere overheerschers van Ceram), voor wie de Alfoeren een heilzame vrees koesteren. Yan de strandbewoners is geen gewapende hulp tegen de Bergalfoeren te verwachten. Koelies zouden van elders moeten worden aangevoerd, hetzij vrije koelies, hetzij dwangarbeiders. Om Roemah Soal te onder werpen zou de macht in drie colonnes moeten oprukken, elke co lonne minstens 1 compagnie sterk met de noodige hulptroepen, t.w. één langs den nu gevoigden weg, over Boeria, één van uit Eti over Moerikaoe en de 3e van uit Kamal. Hoogstwaarschijnlijk echter zullen de Alfoeren van het Tala- gebied alsdan gemeene zaak maken, zoodat vanzelf Hoekoeina, Wasia en Hoenitetoe tegelijkertijd moeten worden aangegre pen, zoodat nog 2 colonnes, respectievelijk van uit Kairatoe en Sanahoe (Afd. Amahei), zouden moeten oprukken. Een eenvoudige tocht dwars door het eiland is echter nutteloos. Aangezien enkele stammen, bv. Roemah Soal en Roemberoe, niet in kota's wonen (de huizen zijn wijd en zijd verspreid en liggen dikwijls op een paar uur afstand van elkaar), zouden in het bin nenland bivaks moeten worden gevestigd, totdat de ontwape ning geheel voltooid is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 542