1159
van R.: beneden 3000 M. is een kleine overmacht in aantal vol
doende om zich reeds krachtig te doen gevoelen
Tegen het daarop volgendeHoe grooter de meerderheid is en
hoe kleiner de afstanddes te sneller valt de beslissing is in gemoede
niets aan te voeren.
Het eigenlijke opstel begint met een bespreking en veroor
deeling van enkele bepalingen uit het „Voorschrift voor het
gevecht der bereden artillerie" 1), en als een gevolg daarvan ook 2)
van eenige bepalingen uit het „Voorloopig Velddienstvoorschrift,
betrekking hebbende op het optreden van veldartillerie in ver
band met andere wapens.
Bedoelde opmerkingen willen wij hier achtereenvolgens be
spreken.
In de eerste plaats dan het verwijt dat het V. G. B. A. treft,
wijl daarin niet vermeld is de plaats, welke aan de artillerie bij
haar marsch met infanterie in de colonne zal aangewezen worden,
want als een verwijt vermeenen wij de voorlaatste alinea van
blz. 749 te moeten beschouwen.
O.i. behoort een dergelijke bepaling evenwel niet thuis in een
voorschrift voor de artillerie, daar zulk een voorschrift alleen
bepalingen en aanwijzingen behoort te bevatten, die de artillerie
commandant in die functie op te volgen en te behartigen heeft,
en nu behoort het aanwijzen van de plaats der artillerie in. de co
lonne toch zeker niet tot de taak van den artilleriecommandant.
Zeer terecht achten wij het daarom, dat bedoelde bepaling uit
sluitend voorkomt in een algemeen voorschrift als het V.V., dat
immers ook aan ieder artillerieofficier bekend behoort te zijn.
Vervolgens worden de op de artillerie betrekking hebbende
artikelen'uit het V.V. door R. aan critiek onderworpen, en wel in
de eerste plaats het voorkomende op blz. 62 90 V. V.
Deze paragraaf kan de goedkeuring van R. niet wegdragen, en
-op grond van enkele beschouwingen komt hij tot het besluit, dat
het daarin aangegevene wel goed 'is voor open terrein, doch niet
deugt voor bedekt en afwisselend open en bedekt terrein.
De brigade van 4 bataljons als punt van uitgang nemende,
1) V. G. B. A.
2) V. V.