1163
b. het is de bedoeling meer achterwaarts een betere stelling
in te nemen.
In geval a wil R. de batterij indeelen bij de achterhoede, in
geval bij de hoofdmacht, teneinde zoo spoedig mogelijk de
terugtrekkende achterhoede te kunnen opnemen.
Met deze opvatting stemmen wij niet in; wat ook de bedoeling
van den brigadecommandant is, de taak van de achterhoede
blijft onder alle omstandigheden, den vijand zoolang op te houden
tot het gros een voldoenden voorsprong verkregen heeft, hetzij
tot het buiten 's vijands bereik brengen van de hoofdmacht (a),
hetzij tot het innemen van een nieuwe stelling (6). In beide geval
len moeten hardnekkige gevechten, die moeielijk af te breken zijn
en gemakkelijk tot een algeheele vernietiging van de achterhoede
kunnen leiden, zooveel mogelijk vermeden worden. Daarom moet
in beide gevallen de vervolgende vijand zoo vroegtijdig mogelijk
tot ontwikkeling en tijdroovende omtrekkingen gedwongen wor
den, en welk wapen is daartoe beter geschikt dan juist de artillerie'?
Biedt het terrein der artillerie schootsveld, dan zouden we ook
onder alle omstandigheden de veldbatterij bij de achterhoede der
brigade willen indeelen. Wij ontkennen niet de groote waarde in
geval b van het hebben van artillerie in de tweede stelling, tot op
name der achterhoede, maar wat het zwaarst is moet het zwaarst
wegen; heeft de achterhoede niet genoeg weerstandsvermogen
door gebrek aan artillerie, dan zou het wel kunnen gebeuren
dat zij teruggeworpen werd, vóór nog het gros die tweede betere
stelling bezet had.
Op blz. 755 besprekt R. de vraag, of met modern veldgeschut
bewapende artillerie in onze terreinen tegenover infanterie nog
in stelling kan komen op afstanden van 1000 M.
Valt uit het betoog van R. af te leiden, dat hij dit in onze
terreinen wel mogelijk acht, dan gaan wij daarin volkomen met
hem meejuist de terreinen die R. op het oog heeft af
wisselend open en bedekt kunnen dat in stelling komen be
gunstigen. Het in stelling komen moet ongezien geschieden en
niet juist op een terreingedeelte, waarop het vijandelijk vuur
is geconcentreerd, dus niet tusschen de in vuurgevecht gewik
kelde infanterieafdeelingen, maar zijwaarts daarvan. Een ver-