672 Aanbeveling verdient het de tweede linie 1 a 2 M. achter de tirailleurlinie te plaatsen, om verliezen onmiddellijk te kunnen aanvullende ruimte tusschen de schutters moet niet minder dan 4 pas zijn. De reserve moet volmaakt gedekt opgesteld worden, bij voor keur op niet meer dan 300 M. achter de tirailleurlinie. Een gunstige indeeling van het bataljon is 5 compagnieën in voorste linie en 3 in reserve. In beginsel is de verdedigingstactiek onzer dagen, zoover de veiligheid dit veroorlooft, om een zoo uitgestrekt mogelijk ter rein te bezetten met zooveel mogelijk gewerende reserve moet dan zoo klein mogelijk gemaakt worden. Daar de Boeren zelden te zien waren, was vuuruitwerking dikwijls alleen te verkrijgen door massavuur in de richting waar uit vuur ontvangen werd. Munitieaanvulling bleek zeer moeilijk. Aanbeveling verdient het de munitie der voorste linie op gedekte plaatsen te laten aan vullen door de volgende liniën; een zoo groot mogelijk aantal pationen moet den man voor het gevecht medegegeven worden. Machinegeweren waren zoowel bij aanval als bij verdediging van veel nut; gedekte opstelling is echter noodig. Cavalerie en bereden infanterie. Aanvallen te paard hebben al leen kans op succes tegen slecht bewapende, ongedisciplineerde troepen. Het vuurwapen is het voornaamste wapen lans en sa bel kunnen echter evenmin afgeschaft worden als de bajonet bij de infanterie. Meer dan met cavalerie werd ervaring opgedaan met bereden infanterie 1). 1) Zie hierover ook de „Army and Navy Gazette" No. 2151 en 2155 en „The Empire Review". Reeds in 1879 (Zoeloe-oorlog) en 1881 (Boeren-oorlog) bewees infanterie, die men bereden gemaakt had, groote diensten en zelfs buitengewone in den Egyptischen veld tocht (1882). In Februari 1888 werd een instructieregiment Bereden Infanterie (B. I.) op gericht. Van ieder iofanteriebataljon zou een aantal officieren en minderen als zoodanig geoefend worden om in oorlogstijd de kern te vormen voor grootere afdeelingen. Deze kern zou den ophelderingsdienst verrichten bij het bataljon waartoe ze behoorde, of tot grootere afdeelingen samengetrokken worden tot steun der cavalerie. Aan de manoeuvres van 1890 nam een bataljon B. I. deel aan de operatiën der cava lerie. Bij het begin van den Z. A. oorlog kon ieder bataljon met een kleine kern B. I. uitrukken. Het gebruik der hedendaagsche geweren heeft de noodzakelijkheid doen ont-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 54