1169
aan het licht. Eerst den 29en December toch kon 's vijands ge
schutvuur worden beantwoord door 2 kanonnen van 12 c.M. K.A.
en 2 mortieren van 20 c.M., daartoe in den Zuidrand der leger
plaats opgesteld.
Den 4en Januari rapporteerde de commandant der artillerie,,
dat de batterijen bewapend en voorzien waren van een voor
raad van 20 schoten per vuurmond in de verbruiksmagazijnen.
De opperbevelhebber riep daarop den tweeden bevelhebber, den
chef van den staf, de commandanten der artillerie en der genie,
den sous-chef van den staf en den chef der opnemingsbrigade
in eeue conferentie bijeen. In „De Waarheid enz." blz. 191
e.v. wordt een verslag van het in die conferentie behandelde
aangetroffen 1), hetwelk wij in de volgende punten kunnen
samenvatten
1. De aanwezige officieren waren vrij algemeen van gevoelen,
dat uit de frontbatterij geen bres in de wallen van den Kraton
geschoten kon worden, wijl het geboomte die wallen aan ons
gezicht onttrok.
Men kwam wel wat laat tot dit besluit. Yan af het eerste
oogenblik dat de grasvlakte door ons bezet was had men
moeten inzien, dat van bresvuur op de omwalling van den
Kraton geen sprake kon zijn. Bij het bepalen van bestem
ming en emplacement der batterijen had men daarmede
rekening moeten houden.
2. De opperbevelhebber en de chef van den staf vonden het
wagen van een storm, zoolang den Kraton de stormvrijheid niet
ontnomen was, „roekeloos en onraadzaam", en dit in antwoord op
het voorstel van de commandanten der artillerie en der genie om
na een „overstelpend" vuur tot den aanval over te gaan.
Het opheffen van de stormvrijheid van den Kraton kon
op geen andere wijze geschieden dan door den steenen muur
waaruit de omwalling bestond dat meende men ten min
ste 2) in bres te leggen.
1) Dit verslag is hierachter als bijlage I opgenomen.
2) In eene noot op blz. 104 van „De "Waarheid, enz vinden wij het volgende vermeld:
„Er was op gerekend, dat deze batterijen (nl. de belegeringsbatterijen) in de aarden wallen
van den Kraton geen bres zouden kunnen maken, maar als demonteer-en bombardements
batterijen zouden moeten werkzaam zijn." In het bevel voor den aanval op den Meuseugit