- 1175
■opend had. Het voorloopig voorschrift op den velddienst deelt
.slechts bij uitzondering artillerie bij de voorhoede in 1).
De toenmalige majoor Bruinsma geeft in de lezing, die hij den
ülen Februari 1889 in de Yereeniging ter beoefening van de
Krijgswetenschap hield, eene levendige beschrijving van de groote
•moeilijkheden, die de bergbatterij bij het in stelling komen onder
vond. Deze moeilijkheden moeten niet alleen op rekening van
het terrein worden gesteld, doch waren ook het gevolg van het
toenmalige bergmaterieel, dat in handelbaarheid aanmerkelijk
bij het tegenwoordige ten achter stond. De stukken, bron
zen getrokken voorlaadkanonnen van 8 c.Mwaren bespannen
met 2 paarden, die niet aan de hand geleid, doch uit den za
del gereden werden. Toen de batterij eindelijk op de door
■den brigadecommandant aangegeven plaats in stelling geko
men was, kon zij nog niet veel praesteeren. Op korten af
stand, nl. eenige tientallen passen, stond zij vóór eene zware
borstwering. De mijnwerking van granaten van klein kaliber
op dergelijke doelen is niet groot en van springen na doorboring
van de dekking was natuurlijk geen sprake; eerst na een zeer
lang aangehouden vuur zou derhalve eene eenigszins noemens
waardige vernieling bereikt hebben kunnen worden. Vuren de
achter eene dergelijke borstwering opgestelde verdedigers, zooals
hier het geval was, door schietgaten, dan zijn zij voorloopig ge
heel veilig voor de projectielen, die onder gestrekte banen wor
den voortgeschotenvuren zij overbank, dan kan een aanhou
dend granaatkartetsvuur hen wel tot zwijgen brengen, maar dat
vuur mag dan niet worden gestaakt, vóórdat de eigen aanval
lende infanterie de voorliggende hindernis gepasseerd is. Van
daar voor artillerie de noodzakelijkheid om met de infanterie
vooruit te gaan en de groote waarde van worpgeschut voor den
aanvaller.
Het is daarom zeer opmerkelijk, dat de mortieren der batterij
niet in werking zijn gebracht 2). Ongetwijfeld zouden deze veel
1) V. I. V. 96.
2) Elke bergbatterij bestond toen ter tijd uit G bronzen getrokken voorlaadkanonnen
van 8 c.M. en 6 Coehoorn-mortieren van 12 c.M. Het blijkt niet uitdrukkelijk, of alle
mortieren mede zijn uitgerukt. Wij vinden wel vermeld, dat kort na de verovering van
<len Meuseugit ééne sectie mortieren 24 granaten en 4 lichtkogels verschoot (Krijgswe-