Bijlade I. Verslag van de conferentie op den 4en Januari 1874. In het particulier journaal van den generaal van Swieten wordt van de conferentie van den 4en Januari 1874 het volgende verslag gegeven „Na voorafgaande algemeene beschouwingen blijkt, dat de aan wezige officieren vrij algemeen van gevoelen zijn, dat uit de front batterij geen bres in de wallen van den Kraton zal kunnen ge schoten worden, wijl het geboomte dat de wallen dekt het gezicht belemmert en verhindert om het effect der schoten waar te nemen. Zelfs het meer vooruitbrengen der batterij kan daaraan niet te gemoet komen. De kommandanten der artillerie en genie zijn •daarom van meening, dat de Kraton, na door een overstelpend vuur te zijn beschoten, zal moeten worden bestormd dooreene kolonne, die tot dat einde op den linkeroever overgaat. „De opperbevelhebber zegt, dat het overstelpend vuur wel zal kunnen bijdragen om de verdedigers uit den Kraton te doen trekken, maar niets ons verzekert, dat zij er niet weder in zullen trekken, zoodra de storm begintdat het wagen van een storm, zoo lang aan den Kraton de stormvrijbeid niet ontnomen is, roekeloos en onraadzaam is. „De chef van den staf is van gelijke meening. „De kommandanten der artillerie en genie stellen nu voor om zich vooraf van de Missigit te verzekeren. Wanneer gedurende een paar uren op den Kraton.en bet terrein vóór de Missigit zeggen zij een goed en aanhoudend vuur wordt gericht, zal de aanval op de Missigit zonder groot gevaar kunnen geschieden. Dit punt schijnt verlaten te zijn, of zal niet bezet blijven, als het door granaten en bommen wordt beworpen. Een storm met twee halve bataillons en één in reserve zal ons dat punt ver. zekeren. „Daarvoor zal echter noodig zijn, dat eene goede en veilige gemeenschap der beide rivieroevers worde verkregen, en een vol-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 563